Rolande Falcinelli – Epigoon of vernieuwer? (1)
door René Verwer | Het ORGEL | Jaargang 120 | (2024) | Nummer 1Rolande Falcinelli, jaren vijftig
In de afgelopen jaren is in dit tijdschrift veel aandacht besteed aan twee Franse organisten-componisten van wie het vijftigste sterfjaar of honderdste geboortejaar werd herdacht: Jeanne Demessieux (1921-1968) en Marcel Dupré (1886-1971). In bijna alle artikelen wordt herinnerd aan de tragische en niet meer herstelde breuk tussen beide musici in 1947. Slechts enkele jaren eerder had Dupré, orgelleraar aan het Parijse conservatorium, verklaard dat zijn protégée hem geëvenaard had en dat hij haar als zijn opvolger zag. “Jeanne Demessieux zal de glorie van de Franse orgelschool verder uitdragen”, aldus de toen bijna 60-jarige grootmeester. Het zal menigeen hebben verbaasd dat Dupré binnen één jaar na de breuk een andere leerling aanwees om hem op te volgen, een musicienne die zeven jaar eerder pas haar eerste orgellessen had gekregen: Rolande Falcinelli. In dit eerste deel wordt haar levensloop beschreven, alsmede haar werkzaamheden als (kerk- en concertorganist en als docent.
Ewald Kooiman beschreef in zijn rubriek ‘Signalement’ de onderwijssituatie zoals die door Odile Pierre, die bij Dupré begonnen is en in 1955 onder Falcinelli een Premier Prix ontving, werd ervaren (Het Orgel, jrg. 87/11, november 1991, 393-394). Klik hier om het artikel te lezen.
Dispositie Cavaillé-Coll-Mutin-orgel van de Sacré-Coeur, Parijs