Franz Schmidt 150 jaar geleden geboren. Deel 2 (slot)
door Tjeerd van der Ploeg | Het ORGEL | Jaargang 121 | (2025) | Nummer 1
In het eerste deel schetste Tjeerd van der Ploeg de levensloop van Franz Schmidt en de muzikale wereld waarin deze Oostenrijkse componist opgroeide. Vervolgens beschreef hij Schmidts visie op het orgeltype dat in zijn tijd populair was. In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden in de Duitse muziekcultuur twee contrasterende stromingen. Aan de ene kant was er de Neudeutsche Schule, vertegenwoordigd door componisten zoals Franz Liszt en Richard Wagner, die de traditionele vormen uitdaagden en programmatische muziek introduceerden. Tegelijkertijd volgden componisten als Johannes Brahms en Josef Rheinberger de meer traditionele, a-programmatische lijn, geworteld in contrapunt en klassieke vormen zoals die van Bach en Mozart. Max Reger verenigde beide stromingen. Schmidt, hoewel een tijdgenoot en bewonderaar van Reger, had een andere visie op orgelmuziek dan Reger. Hij vond het moderne Duitse concertorgel, dat orkestrale effecten nabootste, inferieur en verwierp de technische snufjes van zijn tijd zoals zwelwerken. Hij pleitte voor een puur, traditioneel orgelgeluid, gebaseerd op de polyfone kracht van instrumenten die hij in zijn jeugd had leren kennen. Zijn orgelwerken zijn doordrenkt met contrapuntische helderheid, zonder de bombastische effecten. Schmidt ging pas laat in zijn carrière voor orgel componeren. Zijn orgeloeuvre werd sterk gepromoot door de organist Franz Schütz, aan wie veel orgelwerken opgedragen waren. In dit tweede deel worden de belangrijkste orgelwerken van Schmidt besproken.