In het maartnummer 2024
door Jan Smelik | Foto's: Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 120 | (2024) | Nummer 2
Niet zonder reden prijkt op de cover van dit maartnummer 2024 een detailfoto van de orgelkas uit de Grote of Sint-Bavokerk van Haarlem. Op dat orgel wordt altijd de finale van het vermaarde improvisatieconcours van het Internationale Orgelfestival Haarlem uitgevochten. Het laatstgehouden concours in 2022 zorgde voor nogal wat reuring omdat de jury besloot geen prijs uit te reiken. Nu er dit jaar weer een editie komt van de improvisatiewedstrijd, leek het de redactie zinvol een themanummer over het improviseren te maken.
Het nummer opent met deel 2 van een tweeluik over Rolande Falcinelli. René Verwer gaat daarin onder andere in hoe deze Franse organiste, die in Nederland weinig bekend raakte, dacht over improvisatie. In dat gedeelte worden belangrijke aspecten aangestipt waarover in andere artikelen in dit nummer geschreven wordt.
Sietze de Vries deelt enkele gedachten over de huidige improvisatiecultuur. Hij reflecteert daarbij onder meer op de verhouding ‘eigentijds’ en ‘ambacht’ als het gaat om improviseren. In hoeverre is er in de hedendaagse improvisatiekunst kennis en bedrevenheid om je creatief te uiten in bestaande (al dan niet eigentijdse) idiomen en vormen?
Falcinelli betoogde al dat improvisatie en compositie te beschouwen zijn als ‘twee takken die aan dezelfde boom groeien’. Hoe nauw die twee met elkaar verbonden zijn, beschrijft Bert Mooiman in zijn artikel. Hij gaat daarin in op de negentiende-eeuwse uitvoeringspraktijk, waarin improvisatie een veel grotere rol speelde dan in onze tijd bekend is.
Bert den Hertog schreef op verzoek van de redactie een column onder de veelzeggende titel: ‘Improvisatie: moet dan nou!?’ Hij reikt een aantal prikkelende gedachten aan. Datzelfde geldt voor de column van Jos van der Kooy, die vanuit zijn eigen ervaring en die als orgeldocent onder meer over de oorzaak van improvisatievrees schrijft, en over hoe je improvisatieles kunt aanvangen.
De bijna 85-jarige Franse organist Jean Pierre Leguay, leerling van onder andere Rolande Falcinelli, heeft een rijke ervaring als componist en improvisator. Zijn hier en daar filosofische inzichten met betrekking tot improvisatie heeft hij beschreven in het artikel ‘Improviseren op orgel – over verbinden en open staan, vormgeven en handelen’.
Hans Fidom geeft in de rubriek ‘orgelpark’ een voorbeschouwing op het concert van het Berlijnse ensemble gamut inc op 22 maart. Het ensemble wil orgels via een machine en MIDI bespelen.
Bert den Hertog bespreekt in de rubriek ‘orgelbouwnieuws’ de afgeronde projecten in de Heilig-Kruiskerk te Korbeek-Lo (B), de H. Johannes de Doperkerk in Mijdrecht-Wilnis, de Organje kerk van • Rotterdam en de Hervormde Kerk te Sprang-Capelle.
Auke H. Vlagsma sluit het nummer af met deel 2 van zijn serie ‘Franse orgelfronten 1580-1630’.