‘Ein echtes Sprechen’: Improviseren met composities uit de negentiende eeuw
door Bert Mooiman |Het ORGEL |Jaargang 120 |(2024) |Nummer 2Pagina uit Volckmars 'Orgelschule'
Het artikel bespreekt het verband tussen improvisatie en uitvoering van composities in de negentiende-eeuwse muziek, met een focus op het orgelrepertoire. Het artikel onderzoekt de relatie tussen improvisatie en compositie. Een relatief vrije en ‘improvisatorische’ omgang met composities kan historisch worden aangetoond en behoort dus tot de oorspronkelijke context van het merendeel van de composities die nu gelden als ‘klassieke’ muziek. Mooiman beschrijft de betekenis van retorica. Ondanks de verschillen tussen taal en muziek kunnen retorische principes vertaald worden naar muzikale contexten, waarbij er aandacht is voor aandacht voor ritmische vrijheid en improvisatorische timing.
Ondanks de toegenomen precisie in de notatie moet een negentiende-eeuwse partituur niet primair worden gezien als een verzameling instructies van de componist aan de uitvoerder; veeleer gaat het om een tekst die de speler zich eigen moet maken en waarmee hij een relatie moet aangaan.