Welke stemming voor het Schnitger-orgel in Zwolle?
door Léon Berben & Koos van de Linde |Foto's: Jan Smelik |Het ORGEL |Jaargang 120 |(2024) |Nummer 1Schnitger-orgel, Academiehuis Grote Kerk Zwolle. Foto: Jan Smelik
Er is nauwelijks een thema dat de gemoederen zo bezighoudt als de stemming van historische orgels. Zo nu ook met betrekking tot de komende restauratie van het Schnitger-orgel in het Academiehuis Grote Kerk te Zwolle. Aan de ene kant zijn er organisten die om het even op welk historisch orgel, ook Bach willen kunnen spelen, of nog verder gaand, ook literatuur uit de negentiende en vroeg twintigste eeuw. Men wil bij restauraties misschien wel zoveel mogelijk terug naar de oorspronkelijke situatie, maar het spelen van Bachs orgelwerken moet tenminste integraal mogelijk blijven.
Aan de andere kant zijn er organisten die naar de historie van het instrument kijken en aan een bijna compromisloze restauratie de voorkeur geven; terug naar de oorsprong van het instrument of naar een gegroeide situatie niet te ver weg van het oorspronkelijke concept. In de praktijk komt dit doorgaans neer op de keuze tussen een middentoonstemming en een gelijkzwevende of een milde ongelijkzwevende stemming. Maar waarom leidt de keuze voor een stemming tot zoveel conflicten? En waarom wil men op bijna ieder orgel ‘alles’ kunnen spelen? In dit artikel wordt een betoog gehouden om het Schnitger-orgel in de Grote Kerk van Zwolle de oorspronkelijke temperatuur te geven.