Johann Sebastian Bach als begeleider van gemeentezang?
door Jan R. Luth | Het ORGEL | Jaargang 120 | (2024) | Nummer 1
Vaak wordt ervan uitgegaan dat Johann Sebastian Bach (1685-1750) aan de Thomaskirche te Leipzig was verbonden als organist en cantor. En vanzelfsprekend is dan de functie van Bach gelijk aan die van een organist in Nederland. Men realiseert zich echter niet dat Bach geen kerkelijke aanstelling meer heeft gehad als organist sinds zijn vertrek uit Mühlhausen: in Weimar was hij hoforganist, in Köthen Kapellmeister en in Leipzig Kantor. Beroepshalve had Bach in Leipzig niets met het orgel te maken, wat niet wegneemt dat hij in zijn Leipziger tijd orgels keurde, orgelconcerten gaf en orgelmuziek componeerde.
Daar komt bij dat het orgel in Duitsland een andere plaats had dan in de calvinistische liturgie in Nederland. De Duitse lutherse cultuur was in eerste instantie een cantorijcultuur. In tegenstelling tot de in Nederland vigerende Dordtse Kerkorde had Duitsland een lappendeken aan kerkorden2 en zo verschilde het gebruik van het orgel per plaats en gebied. In dit artikel gaat het om de vraag of orgelbegeleiding voor 1750, Bachs sterfjaar, gebruikelijk was in de kerken waaraan Bach verbonden is geweest.