In het recente nummer
door Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 117 | (2021) | Nummer 6
Het laatste nummer van jaargang 117 (2021) opent met het eerste deel van een tweeluik over de ontwikkelingen in de bouwstijl van de orgelmakers Smits, geschreven door Frans Jespers. De Smits-orgels zijn niet gemakkelijk bij een bepaalde bouwstijl onder te brengen. Maar een analyse van de disposities van hun orgels en een situering ervan in een muziekhistorische context laten zien dat hun bouwstijl een specifiek startpunt had en vervolgens na een verrassende wending op een eigen spoor uitkwam dat de Smits-dynastie in de loop van drie generaties voortdurend vernieuwde.
‘Een en al oor’ luidt de titel van de column van Jos van der Kooy. Daarin maakt hij onder meer de lezer deelgenoot van zijn ergernis wanneer hij als concertbezoeker na afloop van een concert geconfronteerd wordt met negatieve interessantdoenerij van sommige medebezoekers.
Is de doorsnee Nederlandse orgelliefhebber bekend met barokorgels uit Litouwen? Waarschijnlijk niet. Toch bestond daar in de hoofdstad Vilnius een florerende orgelbouwschool die bestond van circa 1740 tot 1850 en die belangrijk was voor de Europese orgelbouwtraditie. Girenas Povilionis uit Litouwen, expert bij uitstek van de orgelbouw uit zijn land, schreef voor Het Orgel een tweedelig artikel. In het eerste deel gaat hij in op het ontstaan van de laatbarokke orgelbouwschool, waarbij orgelbouwmeester Gerhardt Arendt Zelle en zijn kring belicht worden.
In het novembernummer uit 1921 blikte de toenmalige hoofdredacteur terug op de Sweelinck-herdenking die een maand eerder plaatsvond. Of beter: hij haalde nogmaals zijn gram dat Nederlanders de 300ste sterfdag van de vermaarde Nederlandse componist zo stilletjes lieten passeren. In de rubriek ‘Een eeuw geleden’ kunt u zijn boosheid lezen.
Momenteel (najaar 2021) maakt Flentrop Orgelbouw het fameuze Müller-orgel in de Bavo te Haarlem schoon. Over het front van dat instrument schreef Wim S. Ros een artikel, deels in reactie op het artikel van Sietze de Vries uit het maartnummer 2021. Centraal in het artikel staat de oorspronkelijke ontwerptekening van het instrument die Hendrik de Werff in 1735 maakte. Een boeiend artikel waarin de auteur duidelijk maakt waarom aan deze tekening ten onrechte veel te weinig aandacht geschonken is in de literatuur.
René Verwer bespreekt twee nieuwe publicaties. Allereerst Bulletin nr. 17 van de Association Maurice et Marie-Madeleine Duruflé dat geheel gewijd is aan leven en werk van Marie-Madeleine Duruflé-Chevalier (1921-1999). Vervolgens besteedt hij ruim aandacht aan de tweede, uitgebreide druk van het boek Marcel Dupré. The Work of a Master Organist van Michael Murray.
Anton Vernooij recenseert het boek Caecilia, het orgel, de muziek en andere kunsten van R.T.M. Hoogenboom.
De rubriek ‘De Achterplaat’ bevat de derde en laatste aflevering van de drieluik ‘Conflicten en teleurstellingen: de carrière van Marinus van ’t Kruijs (1861-1919)’. Opnieuw geeft Frits Zwart daarin wetenswaardigheden die niet of nauwelijks bekend zijn. Wist u bijvoorbeeld dat de protestantse organist Van ’t Kruijs rooms-katholiek is geworden en hoe hij tot deze stap kwam?
Neem een kijkje in het nummer: