In het recente nummer

door Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 117 | (2021) | Nummer 2

Het maartnummer van jaargang 117 wordt geopend met een artikel van Sietze de Vries over het befaamde Müller-orgel in de Haarlemse Bavokerk. Hij vraagt zich af hoe de relatief onervaren Christian Müller tot het geniale concept van dit instrument kwam. Ook behandelt hij het ontwerp van de orgelkas en stelt hij de vraag in hoeverre er sprake is van een Duits-Hollandse synthese.
De column van Jos van der Kooy gaat in dit nummer over Jeanne Demessieux. Hij maakt een boeiende vergelijking met haar generatiegenoot Marie-Claire Alain.
In het slotdeel van het tweeluik over André Fleury schrijft René Verwer over het orgeloeuvre van deze ‘laatste orgelsymfonicus’. Dat oeuvre wordt geplaatst in het kader van de nieuwe Franse orgelschool die rond 1930 ontstond. Ook worden stijlkenmerken behandeld en wordt een aantal composities besproken.
Marcel S. Zwitser geeft een analyse van de dubbelfuga in b (BWV 579) van Johann Sebastian Bach. Bach bewerkte een driestemmig fuga van Arcangelo Corelli en breidde die uit tot een vierstemmige textuur. In het artikel worden de composities nauwkeurig met elkaar vergeleken, waardoor we een glimp opvangen van de denkprocessen van Bach als jonge ambitieuze componist.
Het artikel van Jolanda Zwoferink handelt over het Compenius-orgel van de Schlosskapelle Weg zur Himmelsburg in Weimar. Tien jaar was Bach aan het Schloss-orgel verbonden, hij componeerde er het grootste deel van zijn orgeloeuvre voor en liet het wijzigen, waardoor het instrument het belangrijkste ‘Bach-orgel’ is dat heeft bestaan.
Reitze Smits schreef een artikel over accentverschuivingen in driedelige maatsoorten, die meer mogelijkheden bieden tot onregelmatige accentuering dan binaire maatsoorten. Hij laat dit zien aan de hand van muziek van Johann Sebastian Bach.
Schrijnwerker en orgelmaker Cornelis Rogier (1804-1885) was gedurende een halve eeuw werkzaam in en om Bergen op Zoom. In 1837 begon hij notities te maken in een cahier, dat hij tot op hoge leeftijd bijhield. In het eerste van twee artikelen onderzoekt Frans Jespers de notities over orgels in dit cahier. Tevens presenteert hij een aantal nieuwe gegevens.
Rémy Syrier bespreekt het boek Organ & interpretation, the French école classique van Paolo Crivellaro.
De rubriek ‘De Achterplaat’ van Frits Zwart handelt over enkele Rotterdamse orgels die bij het bombardement in mei 1940 verloren gingen.

Neem een kijkje in het nummer: