In het recente nummer
door Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 116 | (2020) | Nummer 2
Frans Jespers opent het tweede nummer van jaargang 116 met deel 2 van zijn artikel over de orgelmakers Brammertz en Gilman in Nederland. Hij behandelt hun technische werkwijze en een aantal van hun orgels, die geheel of gedeelte bewaard zijn gebleven. Op basis van een analyse van de lijst met registratieaanwijzingen van de orgelmakers zelf geeft Jespers een indruk van de speelpraktijk uit die tijd.
Auke H. Vlagsma brengt de fraaie kas van het orgel in de Église Notre-Dame-des-Marais in La Ferté-Bernard, Sarthe (Pays de la Loire) onder de aandacht.
De Groningen Orgelzomer 2019 was een opvallend succes. Hans Beek had een gesprek met Betty Knigge, projectleider van dit evenement, onder meer over welke factoren bijdroegen aan het succes.
Het grote orgel in de Hamburgse St.-Katharinen, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren ging, blijft tot de verbeelding spreken, niet in de laatste plaats bij onderzoekers. Orgelwetenschapper Ibo Ortgies belicht de werkzaamheden die orgelbouwer Gottfried Frietzsch (1578-1638) verrichtte aan het instrument. Zijn artikel handelt over het aantal manualen, hun omvang en de subsemitoetsen.
Voor het tweede artikel in de serie portretten van intonateurs bezocht Frans Brouwer de werkplaats van orgelmakerij Gebr. Van Vulpen om de schijnwerper te richten op Adriaan van Rossem. Het Van Vulpen-klankbeeld van de afgelopen 30 jaar draagt zijn handtekening.
Geerten van de Wetering geeft een uitgebreide bespreking van een belangwekkende studie die Roman Summereder onder de titel ‘Heiller, Hindemith und Andere – Eine Studie zur Aufführungspraxis im 20. Jahrhundert’ publiceerde in band 4 van de ‘Wiener Beiträge zu Orgel und Kirchenmusik’. Victor Timmer bespreekt drie recent verschenen uitgaven: ‘65 Jahre Orgelbau Ahrend 1954–2019’ van Marcus Zimmerman, ‘Johann Lorentz Christian 4.s orgelbygger’ van Henrik Fibiger Nørfelt, en ‘Die Arp-Schnitger-Orgel in der Ludgerikirche zu Norden (Ostfriesland)’ van Reinhard Ruge.
De bijdrage van Frits Zwart in zijn rubriek ‘De Achterplaat’ draagt de titel: ‘Nieuws uit Elberfeld: Jan Albert van Eyken’.