Het Timpe-orgel in de Nieuwe Kerk te Groningen
door Peter van Dijk | Foto's: Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 115 | (2019) | Nummer 5
De in 1664 voltooide Nieuwe- of Noorderkerk bezat tot het begin van de negentiende eeuw geen orgel. In 1828 kwam er een bestek en frontontwerp van het orgel dat uiteindelijk in 1831 gereed kwam en gebouwd was door orgelmaker Johannes Wilhelmus Timpe. Zoals in het artikel uitgewerkt wordt, week het gerealiseerde concept in diverse opzichten af van toenmalige (klank)technische gebruiken.
Hierna beschrijft Van Dijk de verdere lotgevallen van het orgel. In de periode 1840 tot 1860 voerde Petrus van Oeckelen diverse werkzaamheden uit. Tussen 1893 en 1943 werkten achtereenvolgens J. Doorbos en K. Doornbos aan het instrument.
Het orgel raakte beschadigd tijdens de kerkrestauratie van 1952/53 en was in de jaren zestig nauwelijks meer bespeelbaar. In 1976 vond een restauratie plaats die uitgevoerd werd door Leeflang Orgelbouw te Apeldoorn, waarbij de situatie-1831 voor een belangrijk deel werd gereconstrueerd. Deze restauratie ging met de nodige moeilijkheden gepaard, mede waardoor het resultaat, zowel in technisch opzicht als qua klank, niet bevredigend was.
In de periode 2008-2011 vond een eerste restauratiefase plaats. Uitvoerende was Mense Ruiter Orgelmakers, adviseur was Stef Tuinstra. De tweede fase (2015-2018) bestond, naast enkele technische zaken, vooral uit herstel van het pijpwerk en optimaliseren van het klankbeeld. Ook deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door Mense Ruiter Orgelmakers. Adviseur voor deze fase was Peter van Dijk, terwijl Wim Diepenhorst zich namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed nauw betrokken heeft getoond.
Op vrijdag 15 juni 2018 is het orgel weer in gebruik genomen.