Orgelgebruik in de protestantse kerkdienst tussen 1886 en 1938. Deel 1: het zelfstandig orgelspel in en rond de kerkdienst

door Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 115 | (2019) | Nummer 2

Over het kerkelijk orgelspel in de protestantse kerkdienst uit de periode 1886 tot 1938 is tot op heden maar weinig bekend. Voor zover er al over gepubliceerd is, betrof het vrijwel uitsluitend over koraalboeken die rond 1900 verschenen. Er zijn echter meer aspecten en vraag­stukken die de aandacht verdienen. Hoe werd eind negentiende, begin twintigste eeuw over kerkelijk orgelspel gedacht? Wat waren discussiepunten? In hoeverre veranderden idealen en praktijken? Hoe was de verhouding tussen predikant en organist? Wat waren de taken van de organist?

Het zijn vraagstukken die vanzelfsprekend aan de orde kwamen in Het Orgel, waarvan de eerste aflevering in maart 1886 verscheen. Het tijdschrift is een unieke informatiebron over de ontwikkelingen in de protestantse kerkmuziekpraktijk zoals deze vanaf het eind van de negentiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden. De eerste aflevering handelt over het zelfstandig orgelspel in en rond de protestantse kerkdienst. Ter sprake komt het orgelspel voor aanvang van de dienst en het solistisch orgelspel na de preek.