Temperatuur van orgels in de achttiende eeuw

door Jan R. Luth | Het ORGEL | Jaargang 114 | (2018) | Nummer 5

Vandaag de dag wordt er vaak vanuit gegaan dat orgels in Nederland en Duitsland tot ver in de achttiende eeuw in de 1/4-komma middentoonstemming gestemd waren. In dit artikel gaat Jan R. Luth op zoek naar antwoord op de vraag in hoeverre deze opvatting gestaafd wordt door theoretische werken, gegevens over orgels, composities en koraalboeken.

Gegevens over de temperatuur van orgels en de gebruikte samenklanken in composities en koraalboeken zijn vaak moeilijk met elkaar te rijmen. Dat is echter een oordeel vanuit onze tijd, mogelijk was de luisterervaring in voorgaande eeuwen anders, en lagen samenklanken die nu als ‘Katzenmusik’ worden ervaren voor het gehoor van die tijd verder van de pijngrens.

Het aantal voorstanders van een andere dan de middentoonstemming is in de bronnen weliswaar in de meerderheid, maar daaruit kunnen geen conclusies worden getrokken voor de praktijk.
Het is zinvol onderscheid te maken tussen de huiscultuur en de kerkelijke cultuur: het is eenvoudig om in een klavecimbel of klavichord een andere temperatuur te leggen. Bij een orgel is dat een grote ingreep.