Ontwikkelingen in Bach-interpretatie

door Reitze Smits | Het ORGEL | Jaargang 114 | (2018) | Nummer 3

Aandacht voor de samenhang tussen oude muziek en haar context bestond al vanaf de vroege twintigste eeuw. Maar een historisch gefundeerde uitvoeringspraktijk kwam vooral halverwege de vorige eeuw tot bloei. Inmiddels is dat zo lang geleden dat de beweging die daaruit ontstond, de zogenaamde Historical Informed Practice, al zijn eigen geschiedschrijving krijgt. Er zijn in onze eeuw verschillende overzichten in artikelen en boeken verschenen, die in kaart brengen wie de hoofdrolspelers waren, welke onderwerpen centraal stonden, wat de ontwikkelingen in die beweging waren. In de tijd die het object is van de Historical Informed Practice, met name de zeventiende en achttiende eeuw, was muziek van dertig jaar oud al ouderwets. De Historical Informed Practice bestaat inmiddels al langer, maar ontwikkelt zich nog steeds en breidt zich uit naar latere muziek.
In navolging van Bruce Haynes onderscheidt Smits niet alleen twintigste-eeuwse stromingen waarin een ‘romantische’en ‘moderne’ manier van spelen voorgestaan werd, maar ook een ‘retorische’ manier van spelen als alternatief voor de interpretatie van oude muziek. Daarbij staat de uitdrukking van de muziek centraal, niet de expressie van de uitvoerder (‘romantisch’) of de distantie van de geperfectioneerde virtuoos (‘modern’).