Drie orgels van de derde Bätz-generatie gerestaureerd

Sietze de Vries

Drie orgels van de derde Bätz-generatie gerestaureerd Het ORGEL 113 (2017), nr. 6, 24-31 [samenvatting]

Tussen 1820 en 1849 maakte het familiebedrijf Bätz – inmiddels de derde generatie – een grote bloeiperiode door. De orgelmakerij had het tijdens de tweede generatie Bätz (1770-1820) niet altijd even gemakkelijk: politieke omstandigheden, onenigheid tussen de broers Gideon Thomas en Christoffel, maar ook de moordende concurrentie van orgelmaker Meere speelden het bedrijf parten. De komst van Christian Gottlieb Friedrich Witte in 1826 gaf een belangrijke impuls aan de nieuwe, succesvolle koers. Witte werd dan ook in 1833 mede-vennoot van Jonathan Bätz en werd steeds meer beeldbepalend, zowel visueel als auditief. De drie onlangs gerestaureerde Bätz-orgels in Weesp, Den Bosch en Amsterdam laten precies zien en horen wat er veranderde in deze belangrijke periode van het illustere orgelmakersgeslacht. Dit artikel beschrijft deze veranderingen en evalueert eveneens de restauraties.

Foto’s Jan Smelik

Weesp, Hervormde kerk

Amsterdam, Koepelkerk

’s Hertogenbosch, Grote kerk