Van pakhuis tot museum
door Sietze de Vries | Foto's: Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 113 | (2017) | Nummer 2
Sietze de Vries | ![]() |
Van pakhuis tot museum Het ORGEL 113 (2017), nr. 2, 20-25 [samenvatting] |
Het Nationaal Orgelmuseum te Elburg bestaat dit jaar veertig jaar. Maarten Seijbel richtte het orgelmuseum in 1977 op en bleef door de jaren heen ijverig verzamelen. Ook kreeg het museum steeds meer materiaal in handen door giften, veel daarvan in natura. Een steeds groter wordende bonte verzameling was het gevolg. De huisvesting van het museum liet aanvankelijk te wensen over. Het museumpand aan de Elburgse Rozemarijnsteeg was tot aan de nok toe gevuld met orgelonderdelen, harmoniums, miniatuurorgeltjes, posters, foto’s, kaarten, langspeelplaten, krantenknipsels en orgelboeken. Het had veel weg van een pakhuis.
In 2014 verhuisde het museum naar het monumentale Arent thoe Boecophuis. Financieel was een en ander mogelijk, omdat de Stichting Nationaal Historisch Orgelmuseum en Het Gelders Huisorgel met elkaar fuseerden. Eelco Elzenga, oud-conservator van Paleis het Loo, maakte deel uit van de stichting Het Gelders Huisorgel, en hiermee kwam er de nodige expertise en professionaliteit naar Elburg. Bovendien was orgeladviseur Cees van der Poel bij de inrichting betrokken: hij verzorgde samen met Rogér van Dijk een groot deel van de teksten bij de tentoonstelling en was adviseur bij de totstandkoming van het Maarten Seijbel-orgel en de plaatsing van het Boon/Leeflang-orgel.
In het artikel wordt vervolgens een impressie gegeven van de verschillende museumruimten. Onder meer komen het Maarten Seijbel-orgel en het Gert Boon-orgel ter sprake.