Bovenslepen toen en nu

door Jaap den Hertog†, Winold van der Putten en Victor Timmer | Het ORGEL | Jaargang 112 | (2016) | Nummer 3

 

Jaap den Hertog†, Winold van der Putten en Victor Timmer Bovenslepen toen en nu
Het ORGEL 112 (2016), nr. 3, 30-39 [samenvatting]

Het verschijnsel ‘bovenslepen’ is tot nu toe weinig verkend in de orgelbouwhistorie. Windlades met dergelijke bovenslepen worden doorgaans gezien als overgangsvorm tussen blokwerk, springlades en de sleepwindlades, zoals wij die nu kennen. Toch werden ook tot het midden van de zeventiende eeuw nog windlades met bovenslepen vervaardigd. Over een al dan niet brede toepassing van dit systeem en de ruimtelijke spreiding daarvan in Europa in niet veel bekend, behoudens enkele voorbeelden.
In het eerste deel van deze studie bespreekt Jaap den Hertog dit systeem zoals vroeger aangetroffen in Bartenstein (tegenwoordig Bartoszyce, PL), vermoedelijk uit het eind van de vijftiende eeuw. Vervolgens gaat hij in op de bewaard gebleven resten van zo’n systeem uit het midden van de zeventiende eeuw in Zeerijp, welke de basis vormden voor een reconstructie aldaar door Bernhardt Edskes en S.F. Blank, en ook door hen enige jaren later werd toegepast bij een nieuw orgel in Basel (koororgel Predigerkirche). Mogelijk was het orgel in Zeerijp niet het enige instrument in de provincie Groningen met een dergelijk windladesysteem. Ook in de Grote Kerk van Alkmaar blijken, afgaande op Gerardus Havingha, bovenslepen aanwezig te zijn geweest. In verband daarmee wordt belicht hoe tijdgenoten (Havingha en Veldcamps) daar tegenaan keken, ook bij vergelijking met het toepassen van springlades.
In het tweede gedeelte van het artikel beschrijft orgelmaker Winold van der Putten zijn ervaringen met het vervaardigen van orgels als gotische stijlkopieën met toepassing van bovenslepen, ventielen met windkamers en pijpwerk met een constante (duivenei)mensuur. In een evaluatie wordt – nu in plaatsen als Zeerijp en Basel het bovensleepsysteem al ruim 30 jaar probleemloos functioneert – getracht zicht te krijgen op de voor- en nadelen van dit systeem en op de gebruiksmogelijkheden van de genoemde andere oude elementen in nieuwe orgels, mede aan de hand van ervaring van enkele bespelers van dergelijke instrumenten. Daarbij wordt zowel gekeken naar hun ervaringen bij zowel grotere (kerk)orgels, als de kleinere positieven van Van der Putten. Ook is er enige aandacht voor een recent door Orgelmakerij Reil gebouwd kerkorgel met bovenslepen in de Klosterkirche te Pulgarn (Oostenrijk). Overigens blijkt in de eerste helft van de twintigste eeuw in Zwitserland een variant op de bovensleep te zijn ‘uitgevonden’, die het beste is te omschrijven als ‘Seitenschleife’ (Zie bij deze samenvatting de bijlage met het volledige patent).

Bijlage: PDF Patent-Drechsler


Het ‘Rumsey-orgel, hier opgesteld in Leuven


Het tweede duivenei-orgel, nog in de werkplaats


Tweede duivenei-orgel in de werkplaats te Finsterwolde, met rechts klokkenspel van Theophilus-orgel