De neobarok: veelzijdigheid in de vergetelheid. Licht op muziek van de Orgelbewegung

door Geerten van de Wetering | Het ORGEL | Jaargang 111 | (2015) | Nummer 5

 

Geerten van de Wetering De neobarok: veelzijdigheid in de vergetelheid. Licht op muziek van de Orgelbewegung
Het ORGEL 111 (2015), nr. 5, 14-21 [samenvatting]

Drie ‘Orgeltagungen’ in de jaren twintig van de vorige eeuw gaven in Duitsland het startschot voor een vernieuwingsbeweging die al snel werd aangeduid met ‘Orgelbewegung’ of ‘neobarok’. Nog geen honderd jaar later leiden deze verzamelnamen tot veel misverstand. De verscheidenheid van de muziek die deze beweging voortbracht, lijkt niet altijd te worden herkend. Soms worden componisten in meer of mindere mate ten onrechte geassocieerd met deze stroming. Wat bedoelen we als we spreken over ‘neobarokmuziek’ of ‘de muziek van de ‘Orgelbewegung’’?
In het artikel wordt aan de hand van composities van Hugo Distler, Ernst Pepping, Johann Nepomuk David en Siegfried Reda aangetoond dat de neobarokke muziek geen eenheidsworst was, maar verscheidenheid vertoonde. Alle vier besproken componisten hadden één gemeenschappelijke deler: ze wilden breken met de ontwikkeling die in de negentiende eeuw is ingezet en uitmondde in de hoogromantiek, en voortborduren op grond van uitgangspunten van vóór die tijd. Maar de manier waarop ze dat deden verschilde, ook in de mate waarin dit beïnvloed werd door de ideeën van de ‘Orgelbewegung’.


Siegfried Reda


Ernst Pepping


Johann Nepomuk David


Distler aan het Stellwagen-orgel in Lübeck