Haarlemse Zomeracademie: de opkomst van een wereldwijd orgelmekka

door Peter Ouwerkerk | Het ORGEL | Jaargang 110 | (2014) | Nummer 4

 

Peter Ouwerkerk Haarlemse Zomeracademie: de opkomst van een wereldwijd orgelmekka
Het ORGEL 110 (2014), nr. 4, 22-37 [samenvatting]

Nadat in 1951 het eerste Haarlemse improvisatieconcours heeft plaatsgevonden, ontwikkelde de uit Oostenrijk afkomstige musicoloog Josef Ferdinant Obermayr een plan voor een Zomeracademie, die een aantal weken zou moeten duren. De cursussen, waaruit de Zomeracademie bestond, waren bedoeld om jonge organisten onder leiding van befaamde docenten verder te bekwamen in uiteenlopende aspecten van de moderne orgelpraktijk. Er werd een link gelegd met het improvisatieconcours, in die zin dat de cursussen erop gericht moesten zijn de belangstelling voor en bekwaamheid in het improviseren te vergroten. Het was de bedoeling dat tijdens de lessen veel aandacht aan improvisatiekunst werd besteed, maar dan wel ingekaderd in voorbeelden uit het orgelrepertoire en ingedeeld in twee ‘scholen’: de Duitse en de Franse.
Het opstellen van een curriculum, het uitnodigen van docenten alsmede de financiering van de Zomeracademie had heel wat voeten in de aarde, voordat in 1955 de eerste academie van start kon gaan. In de jaren daarna werd duidelijk dat de Zomeracademie niet los stond van de vooral in Nederland sterk gepolariseerde orgelcultuur. Telkens werd het onderscheid tussen de Duitse en Franse scholen benadrukt. Dit verschil had niet alleen esthetische componenten, er speelden ook politiek motieven een rol, d.w.z. met de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen was toenadering tussen Duitsland en Frankrijk wenselijk.
Een belangrijke karakteristiek van de Zomeracademie is dat totaal verschillende benaderingswijzen van meet af aan naast elkaar werden gedoceerd, en dat het blootstellen van de cursisten aan beide orgelstijlen als een meerwaarde werd gezien.
Het samengaan van verschillende speeltradities, waarbij de (volgens sommigen:) zwakte van het concept zeer succesvol werd omgebogen in een kracht, leverde een uniek Haarlems fenomeen op.
Op diverse momenten in het bestaan van het Haarlemse Orgelfestival wordt de frequentie waarin het gehouden zou moeten worden, aan de orde gesteld. De organisatie wilde aanvankelijk vasthouden aan een jaarlijkse Zomeracademie; in de tweede helft van de tachtiger jaren wijzigde deze opvatting en werd – met Piet Kee als motor achter de plannen – in 1987 overgegaan tot een tweejaarlijkse festival.
Nadat in de jaren negentig een teruggang te zien is van het aantal deelnemers, vinden na de eeuwwisseling belangrijke wijzigen plaats wat betreft organisatie en fondsenwerving. Wat de inhoud van de Zomeracademie betreft, werden nieuwe elementen toegevoegd als de cursus ‘Young Composers’ en de International Masterclass for YoungTalents.