Loppersum, Gereformeerd Vrijgemaakte kerk
Het ORGEL | Jaargang 110 | (2014) | Nummer 3
Loppersum, Gereformeerd Vrijgemaakte kerk [Orgelbouwnieuws uit Het Orgel 2014/03] |
Foto Henk de Vries
Afgelopen januari heeft Gereformeerde Kerk (vrijg.) van Loppersum-Westeremden een nieuw (tweedehands) orgel in gebruik genomen. Het betreft een orgel dat Mense Ruiter Orgelmakers in 1989 bouwde voor de Rialaankerk te Oostvoorne. Het was het eerste orgel waarin het bedrijf zich expliciet oriënteerde op het werk van Heinrich Herman Freytag. De toenmalige directeur Jan Veldkamp heeft een verantwoording gegeven van de keuze voor historiserende orgelbouw in het algemeen en voor de oriëntatie op Freytag in het bijzonder:
‘In de hedendaagse orgelbouw is de oriëntatie op historische instrumenten al vele tientallen jaren een algemeen voorkomend verschijnsel, samenhangend met de belangstelling van organisten voor historische orgelliteratuur en kerkmuziek. Ook in de orgels die wij tot dusverre maakten speelde dit altijd een rol. De hoge waardering voor de artistieke en technische kwaliteiten van historische instrumenten geldt naast veel details ook vooral de wijze waarop alle delen van een concept op elkaar zijn afgestemd en zo een optimale eenheid vormen. Vooral dit aspect speelde een rol bij ons besluit nauw aan te sluiten bij het werk van een historische bouwer. De keuze voor Freytag werd door verschillende factoren bepaald. Allereerst getuigen de orgels die van hem bewaard zijn gebleven van groot artistiek en ambachtelijk vakmanschap. Als voortzetter van het bedrijf van Schnitger en Hinsz werkte hij enerzijds in de Noord-Duitse orgelbouw-traditie, terwijl hij anderzijds op een originele en experimentele manier aan de wensen van zijn eigen tijd tegemoet kwam. Freytag, met andere woorden, vervulde een sleutelrol tussen de orgelbouw van de achttiende en die van de negentiende eeuw. Zijn instrumenten zijn veelzijdig en bij uitstek geschikt als begeleidingsinstrument voor de gemeentezang. Daarnaast komt muziek uit diverse stijlperiodes tot z’n recht op dit type orgel’ [einde citaat]
Tegelijk met deze koerswijziging heeft er ook een wisseling in de leiding plaatsgevonden. Vanaf 1989 wordt de functie van Jan Holthuis ingenomen door Dolf Tamminga. Sindsdien zijn ook alle frontontwerpen van zijn hand.
Het eerste klinkende resultaat van de bovengenoemde koerswijziging is het betreffende instrument dat voor Oostvoorne is gebouwd. Voor wat betreft de factuur is gekozen voor de Schnitger-variant. De pijpmensuren van de Schnitger-orgels te Nieuw-Scheemda, Dedesdorf en Mensingeweer werden als voorbeeld genomen. Ook de windlade is geheel naar de maatvoering van Schnitger gemaakt. Wat hier ten aanzien van klankversmelting en ontspannenheid aan winst geboekt is, moet ongetwijfeld samenhangen met de nagestreefde verdieping van de kennis van het zeventiende-eeuwse Groningse orgeltype.
De Gereformeerde Kerk (vrijg.) van Loppersum-Westeremden heeft medio 2012 Henk de Vries als orgeladviseur aangesteld om het proces van orgelaanschaf te begeleiden. Mense Ruiter werd aangesteld om het instrument te demonteren, van onderhoud te voorzien en opnieuw te monteren.
Bij deze overplaatsing is het orgel uitgebreid en waar noodzakelijk aangepast. Wegens de nieuwe verhoudingen tussen orgel en kerkzaal is ervoor gekozen de winddruk een fractie te verlagen en correcties qua intonatie uit te voeren.
In Oostvoorne was de Subbas 16’ in het groot octaaf wegens ruimtegebrek verkropt. In de nieuwe situatie zijn alle pijpen van de Subbas ontkropt en geplaatst in een nieuw ontworpen kas, die aan de achterzijde van het instrument staat opgesteld.
De Prestant 8’ was oorspronkelijk gecombineerd met de Holpijp 8’ (C-H). In de huidige situatie is de Prestant aangevuld met nieuw pijpwerk, dat eveneens geplaatst is in de nieuwe pedaalkas.
Van de Trompet zijn alle tongen vervangen; bij alle pijpen van de Fluit 2’ zijn de opsneden verlaagd.
De ingebruikneming heeft op 31 januari 2014 plaatsgevonden middels een bespeling door de adviseur.
Dispositie:
Manuaal I (C-f3)
Prestant 8’ c-c1 en f1-e2 in het front; de bovenste tussenvelden zijn sprekend, de onderste stom
Holpijp 8’ C-G eiken, rest metaal
Octaaf 4’
Octaaf 2’
Mixtuur 2-3 st. Samenstelling: C 1 2/3 c 11/3 1 c1 22/3 2 11/3 c2 4 22/3 2
Trompet 8’ stevels en koppen mahonie, kelen messing, C-h met loodbeleg, C-c met belering; bekers metaal, C-e2 uitgeschaafd
Manuaal II (C-f3)
Holpijp 8’ transmissie Manuaal I
Fluit 4’ C-h gedekt met roeren, c1 – f3 flauw conisch
Nasard 3’ C-H gedekt met roeren, c – f3 conisch
Fluit 2’ C-H gedekt, vanaf c open, cilindrisch
Terts 13/5 open, cilindrisch
Pedaal (C-d1)
Subbas 16’ eiken
Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel B/D
Pedaal altijd aangehangen aan een manuaal naar keuze
Windvoorziening: 1 spaanbalg
Toonhoogte: a1 = 438 Hz bij 16o C
Stemming: gemodificeerde stemming naar Kirnberger
HENK DE VRIES