Russische orgelmuziek in negentiende en twintigste eeuw. Deel 2: De periode na 1917

door Olga de Kort-Koulikova | Het ORGEL | Jaargang 110 | (2014) | Nummer 1

 

Olga de Kort-Koulikova Russische orgelmuziek in negentiende en twintigste eeuw. Deel 2: De periode na 1917
Het ORGEL 110 (2014), nr. 1, 30-35 [samenvatting]

De veranderingen van de Oktoberrevolutie in 1917 raakten alle gevestigde politieke, sociale en culturele structuren van Rusland. Voor de orgelmuziek betekende de revolutie aanvankelijk het einde: orgels werden afgebroken, kerken verbouwd tot zwembaden en fabrieken. Het traditionele kerkelijke instrument paste niet binnen de maatstaven van het Sovjet-realisme. In plaats van de ‘Russische muziek’ kwam de ‘Sovjet-muziek’; het Groot-Russische nationalisme maakte plaats voor verplichte nationale variëteit en Sovjet-uniformiteit in vorm en inhoud. Het publiek van arbeiders en boeren had geen behoefte aan fuga’s en preludia. Om te overleven moest het orgel zich het te nauwsluitende jasje van concertinstrument aanmeten. Centrum voor de orgelcultuur bleef het conservatorium van St.-Petersburg, waar Isaj Braudo, de grondlegger van de Russische orgelschool, werkte. Met name de eerste tijd na de Tweede Wereldoorlog was er in Rusland belangstelling voor orgelmuziek van eigen bodem. In 1987 verenigden organisten en orgelmakers van de Sovjet-Unie zich in een kunstenaarsvakbond die – zoals elke professionele Sovjet-bond – streng toezicht hield op de inspiratie-uitspattingen van zijn leden. De aandacht verlegde zich van eigen componisten naar Bach en Franck. Het in 1990 opgerichte Centrum voor Orgelcultuur slaagde erin om deze positieve belangstelling steeds meer te versterken door twee internationale festivals voor orgelmuziek te organiseren. Tijdens het tweede festival, in 1991, werd de eerste Russische wetenschappelijke conferentie gehouden met de veelzeggende titel ‘Het orgel gisteren en vandaag’. Het orgel was terug in het Russische muziekleven. Belangrijke componisten waren Mikael Tariverdiev, Boris Tishchenko en Rodion Shehedrin. Deze componisten, maar ook hun jongere collega’s als Arkadij Agababov en Svetlana Lavrova, voelen zich aangetrokken tot meerdelige thematische concerten, triptieken en orgeloratoria.