Andreas en Marten de Mare Orgelmakers van de Renaissance – Deel 1: Inleiding en werken van Andreas de Mare
door Auke H. Vlagsma | Het ORGEL | Jaargang 109 | (2013) | Nummer 6
Auke H. Vlagsma | Andreas en Marten de Mare Orgelmakers van de Renaissance – Deel 1: Inleiding en werken van Andreas de Mare Het ORGEL 109 (2013), nr. 6, 36-41 [samenvatting] |
Na de Reformatie in de zestiende eeuw trokken veel orgelmakers uit de Nederlanden naar Duitsland om daar werk te zoeken. Eén van hen was Andreas de Mare uit Gent, die aanvankelijk in het noordelijke Nederlanden werk genoeg had omdat de Spaanse troepen, die de Reformatie blokkeerden, daar veel langer stand hielden, in Groningen zelfs tot 1594. Andreas werkte als orgelmaker zowel in de stad Groningen als in de provincie. Werkzaamheden zijn bekend in de stad Groningen (1558, de Der Aa-kerk), in Midwolda tussen 1564 en 1566, en in 1578 in Zuidbroek. In 1566/1567 breidde hij zijn werkgebied uit met het luthers-gezinde gebied Oost-Friesland, waar hij zijn eerste orgel bouwde in de St.-Ludgerikirche in Norden. In 1577/1578 verbouwde Andreas met zoon Marten het orgel in de Grote Kerk van Emden. Vervolgens werkten ze samen in Verden aan de Aller, in Bremen en nog later in Hannover, Stadthagen en Loccum. Andreas overleed in 1599. Marten werd in 1595 burger van Bremen. Toen in Oost-Friesland de opdrachten ook verminderden, trokken de orgelmakers De Mare naar Hannover.
Het artikel bevat een werkenlijst van Andreas de Mare, die samengesteld werd op basis van literatuuronderzoek en nieuw onderzoek in archieven en op internet.
Het contract tussen Andreas de Mare en de kerkvoogdij van de Onze-Lieve-Vrouwenkerk te Groningen d.d. 3 augustus 1558
Door te “klikken” op de afbeelding wordt een vergote versie zichtbaar.