Orgelmuziek in de Middeleeuwen. Ideeën over context en uitvoering

door Ulrike Hascher-Burger | Het ORGEL | Jaargang 109 | (2013) | Nummer 4

 

Ulrike Hascher-Burger Orgelmuziek in de Middeleeuwen. Ideeën over context en uitvoering
Het ORGEL 109 (2013), nr. 4, 26-31 [samenvatting]

Behalve de kopie van het Peter Gerritsz-orgel in het Orgelpark kent Nederland nog een gereconstrueerd middeleeuws orgel: het Theophilus-orgel in Marsum (Groningen). Dit instrument is gereconstrueerd op basis van literaire bronnen: een miniatuur en de orgelbouwkundige uiteenzettingen van Theophilus Presbyter (12de eeuw). Omdat er weinig resten van middeleeuwse orgels bewaard zijn gebleven, zijn literaire bronnen een onmisbare aanvulling voor onze kennis van de geschiedenis van het instrument in de Middeleeuwen en de wijze waarop het gebruikt werd.
De veertiende-eeuwse hervormingsbeweging Moderne Devotie, en met name het Kapittel van Windesheim, stelde zich tekeer tegen het liturgisch gebruik van het orgel. Dit verbod ging dwars in tegen de hoogstaande orgelcultuur in Nederland en de huidige provincie Nedersaksen, waar het Kapittel van Windesheim na 1450 een grote hervormingscampagne doorvoerde. Voortdurend werd het verbod dan ook aangepast of ontdoken. Het heeft geleid tot een individuele en creatieve omgang met het liturgische orgelspel in kloosters. Zo was het alternatim-spel tot in de zeventiende eeuw de meest gebruikelijke manier om orgel en zang met elkaar te combineren. Ook zijn er aanwijzingen dat het orgelspel zelfs diende ter vervanging van alle gezangen.


Rutland Psalter