Regalen van DIJKSTRA EN HOEVERS

Het ORGEL | Jaargang 109 | (2013) | Nummer 5

Regalen van Dijkstra en Hoevers
[Orgelbouwnieuws uit Het Orgel  2013/05]

 

In het voorjaar van 2009 hebben orgelmakers Wim Dijkstra en Willem- Jan Hoevers het plan opgevat om elk zelfstandig een regaal te bouwen.
De benaming ‘regaal’ is vooral te vinden op registerplaatjes bij niet verplaatsbare kerk- of huisorgels.
Dat ze ook betrekking kan hebben op een eenvoudig te vervoeren en uniek zestiende/zeventiende-eeuws instrument, is te zien aan een enkel exemplaar dat de tand des tijds heeft doorstaan en de toekomst in stilte tegemoet ziet vanachter het glas in een museum.
Het regaal is vanaf zijn oorsprong een eenvoudig te transporteren instrument, bestaande uit drie elementen: een speelblok met daarin een windlade met tongen en een klavier, en twee balgen. Aan de onderzijde van het speelblok bevindt zich de windlade. Achter de toetsen, in een aparte resonanskamer, zijn de bekers gesitueerd. De resonanskamer kan aan de bovenzijde worden ‘afgesloten’ met een fraai stuk uitneembaar houtsnijwerk. De balgen, uitgevoerd met meerdere vouwen, worden aan de achterzijde van het speelblok geplaatst.
Reeds in de zestiende eeuw vergelijkt men een regaal met een boek, doordat de balgen, die met schanieren aan elkaar vastzitten, bij het openen en sluiten sterke overeenkomsten hiermee vertonen.
De oudste afbeelding van een dergelijk regaal stamt uit het jaar 1511 en is te vinden in het boek Musica getutscht und außgezogen van Sebastian Virdung. In de Barok geeft men er de naam ‘bijbelregaal’ of ‘muzikale bijbel’ aan. Om het instrument te vervoeren kan het speelblok opgeborgen worden in de ‘binnenkant’ van de twee balgen.
Het instrument werd niet alleen gebruikt voor kerkmuziek, ook bij theater-, tafel-, dans- en huismuziek heeft het geklonken. In de achttiende eeuw verliest het charme vanwege zijn boventoonrijke klank en middentoonstemming.

Het Dijkstra-regaal

Het Dijkstra-regaal, gebouwd in 2010, is een kopie van een instrument uit 1692. Het zeventiende-eeuwse instrument is gebouwd door Simon Bauer en te vinden in het Museum of Fine Arts in Boston. Evenals het oude instrument is deze kopie uitgevoerd als bijbelregaal, echter zonder schanieren tussen de balgen.
De balgen zijn aan de bovenzijde van eiken. De onderzijde met opbergvak van grenen. Het speelblok is van kwartiers eiken met profielen rondom. De ondertoetsen zijn gemaakt van Chinees letterhout; de boventoetsen zijn belegd met esdoorn en been. Er is geen snijwerk geplaatst aan de bovenzijde van de resonanskamer.
Het gehele instrument is aan de binnenzijde bestreken met rode bolus.
De bekers zijn van notenhout. C is 65 mm lang, c3 slechts 24 mm. Van C tot a1 bevindt zich een orgelmetalen buisje binnen in de beker. Aan de bovenzijde zijn 6 kleine gaatje geboord. De kelen zijn van messing scheepskeeltjes, uit een stuk gedreven.

Klavieromvang: CDEFGABH-c3
Winddruk: 40 mm Wk
Toonhoogte: a1 = 415/440 Hz ; wisseling kan plaatsvinden d.m.v. verschuiving bekers en extra beker
Stemming: middentoon
Intonatie: Winold van der Putten
Afmetingen (mm): speelblok 640 | 200 | 100
balgen à 680 | 330 | 110

Het Hoevers-regaal



In het Germanische National Museum te Neurenberg bevindt zich een zestiende-eeuws regaal dat gebouwd is door Michael Klotz.
Dit instrument heeft als voorbeeld gediend voor het regaal dat Hoevers bouwde in de jaren 2009-2010. Het betreft geen bijbelregaal.
Het Hoevers-regaal is gemaakt uit kwartiers eiken, terwijl de zijden van het speelblok ingelegd zijn met intarsia van ebben, Chinees letterhout en been.
De ondertoetsen zijn belegd met Chinees letterhout en been. De boventoetsen zijn van rosewood en ivoor. Aan de bovenzijde van de resonanskamer is uitschuifbaar snijwerk geplaatst, gemaakt van perenhout.
Het gehele instrument is aan de binnenzijde bestreken met rode bolus.
De messing bekertjes, een geheel met kop, zijn door orgelmaker Winold van der Putten en klokkengieter Simon Laudy gegoten.
Hoevers boorde de gaten voor de kelen. De messing kelen zijn uitgevoerd als snavelbek.

Klavieromvang: CDEFGABH-g2,a2
Toonhoogte: a1 = 440 Hz
Winddruk: 35 mm Wk
Stemming: middentoon
Intonatie: Winold van der Putten.
Afmetingen (mm): speelblok 610 | 200 | 125
balgen à 760 | 285 | 72

Dijkstra en Hoevers hebben met hun kopie een oud en vergeten muziekinstrumentnieuw leven ingeblazen.

HENK DE VRIES www.henkdevries.info

Bronnen:

  • S. Virdung Musica getutscht und außgezogen (Basel 1511);
  • M. Praetorius Syntagma Musicum II – De Organographia, (facsimile-uitgave:Kassel 1968) 72-75,
  • plaat IV-2; M. Praetorius Syntagma Musicum III (reprint: New York, 2004);
  • R. Menger Das Regal, (Tutzing 1973);
  • J.Koster Keyboard Musical Instruments in the Museum of Fine Arts Boston, (Boston MA 1994) xxxii, 62-69.