Utrecht St.-Catharinakathedraal koororgel

Het ORGEL | Jaargang 109 | (2013) | Nummer 3

Utrecht St.-Catharinakathedraal koororgel
[Orgelbouwnieuws uit Het Orgel  2013/03]

 

Op 17 juni 2012 heeft de Utrechtse St.-Catharinakathedraal met een concert door Wouter van Belle, Paul Houdijk en Gerard Beemster een Engels koororgel in gebruik genomen. Het instrument is afkomstig uit Veendam en is in 1852 gemaakt door Daniel Gray.
Daniel Gray (alternatieve spelling: Grey) geldt in de literatuur als een ‘minor builder’ en er is (dus) maar weinig over hem bekend of gepubliceerd.(01)
Of er een familierelatie bestaat met de grondleggers en leden van het bekende orgelmakersgeslacht dat vanaf 1842 opereert onder de naam Gray & Davison, is niet bekend.(02)
In Engelse volkstellingen in de jaren 1841, 1851, 1861, 1871 en 1881 lijkt het bij het voorkomen van de naam van orgelbouwer Daniel (1851: David) Gray (1841: Grey) steeds om dezelfde persoon te gaan.(03)
Deze orgelmaker schatte zijn geboortejaar tussen 1811 en 1813 en de opgegeven geboorteplaats is het district Southwark in Londen. In de volkstelling van 1891 komt de aanduiding ‘Organ Builder’ in combinatie met spellingsvarianten van de naam niet meer voor.
De jaren rond 1851, de periode waarin het koororgel van de kathedraal moet zijn gemaakt, lijkt een hoogtepunt in Grays werkzame leven.
Op dat moment voegt Gray de opmerking ‘Employing 2 Men’ (twee man in dienst) toe bij de opgave van zijn beroep. Zijn werkplaats is dan al minimaal tien jaar gevestigd op 6th Ely Place, St. George’s Road, Southwark. Ook in 1860 werkt Gray (nog?) vanaf dit adres, maar de in 1861 opgegeven verblijfplaats duidt op een langer verblijf ten noordoosten van Londen. Weer later (1871) bevindt Gray zich aan de westkant van het land. Wellicht is dit de periode dat hij werkt aan het orgel van Leaton.(04)
Een jaar na de volkstelling zou Gray in dezelfde omgeving een orgel restaureren (Eaton Constantine, 1862).(05)
Hoewel een volledig overzicht van Grays oeuvre ontbreekt, valt op dat alle tot nu toe bekende orgels gemaakt of geplaatst zijn in kleine kerken op het Engelse platteland.(06)
Veel van dit soort orgels lijken het lot van het orgel voor de Baptist Church in Clare (Suffolk, Gray 1842- 1843) te (hebben) ondergaan. Dit orgel is verplaatst naar Wheatacre (Norfolk) en rond 1965 blijkt dat het is ‘omgeruild voor een harmonium door die wat kleine man uit Norwich die het altijd stemde.’(07)
Dat Grays werk niet beperkt bleef tot orgelbouw voor kerken, blijkt uit de werkzaamheden aan een salondraaiorgel, een cilinderdraaiorgel.
Dit orgeltype kon trouwens – uiteraard met toepasselijk repertoire – ook in kerken staan. Het ‘large chamber barrel-organ (…). Incomplete’ waaraan Grays naam verbonden is, bevond zich in 1970 in Parijs.(08)
Dat Gray in 1840 nog traditioneel Engelse orgels bouwde, blijkt onder meer uit het instrument dat in 2012 te koop werd aangeboden door Holmes and Swift (Fakenham, Norfolk).(09)

Dit instrument heeft de volgende dispositie:
Manual (GG-f3)
Stopped Diapason B 8’
Open Diapason 8’ (af c)
Stopped Diapason 8’ (af c)
Dulciana 8’
Principal 4’
Flute 4’
Fifteenth 2’
Pedaal (GG-H) aangehangen

Geschiedenis van het Utrechtse orgel(10)
Uit een inscriptie in de orgelkas blijkt dat het instrument in 1852 door D[aniel] Gray gemaakt is.
Al in de negentiende eeuw moet er het één en ander aan het zich nu in Utrecht bevindende orgel gewijzigd zijn. Het moment waarop de Gamba 8’ wordt toegevoegd aan de Swell is niet bekend, maar aangenomen wordt dat dit nog voor de werkzaamheden van Frederick Tucker is gebeurd. Evenmin is bekend hoe de Gamba technisch is ingevoegd: is de lade uitgebreid, vermaakt, of is een ouder register komen te vervallen?
Frederick Tucker uit Plymouth breidt het orgel op een onbekend moment uit met een vrij pedaal (Bourdon 16’) en een pedaalkoppeling.
Als dit dezelfde Tucker is die in 1860 nabij Plymouth geboren werd, zal deze uitbreiding pas na 1890 hebben plaatsgevonden.
Rond 1965 wordt het pedaalklavier (van Tucker?) uitgebreid van C-d1 naar C-e1. Taco Boersma haalt het orgel naar Nederland, waarna F. R.
Feenstra Orgelrestauratie (Grootegast) het instrument in 1989 restaureert.
Bij die gelegenheid wordt onder meer de lade van het Great uitgebreid om een Mixture II te kunnen plaatsen en de Gamba 8’ maakt plaats voor een Oboe 8’ (Hill, ca. 1870). Metalen niet-sprekende frontpijpen vervangen bovendien de houten exemplaren. Het instrument krijgt een plek in de Gereformeerde Kerk (vrijg.) te Veendam.
Als deze gemeente samen met de Christelijke Gereformeerde Kerk van Veendam-Wildervank in 2010 het kerkgebouw De Kandelaar in Veendam betrekt, komt het Gray-orgel van de vrijgemaakt-gereformeerde kerk vrij. Het orgel verhuist naar de Utrechtse kathedraal, want daar was er al jarenlang de wens om een orgel te kunnen bespelen in de directe nabijheid van het koor. Het orgel is geplaatst in het noordertransept, op een podium. Nieuwe verlichting is aangebracht bij de lessenaar, de eiken kas is donker gebeitst om tot een betere aansluiting bij het overige kerkmeubilair te komen en de labia van de frontpijpen zijn verguld. Waar nodig zijn de conducten die de grotere pijpen de lades afvoeren gerestaureerd. De laden van Great en Swell liggen achter elkaar, het grotere pedaalpijpwerk staat links en rechts in de kas, het kleinere erachter.
Bij de overplaatsing was geen adviseur betrokken en enkele vragen over de historie, de oorspronkelijke technische aanleg en de dispositie, blijven op korte termijn waarschijnlijk onbeantwoord.
Vanaf circa 1850 maakt de Engelse orgelbouw een enorme ontwikkeling door, onder invloed van onder andere de Engelse Bach- Renaissance en het daarmee hand in hand gaan van een oriëntatie op de orgelbouw van het vasteland. Eén van de praktische uitwerkingen is het gebruikelijk worden van een klavieromvang vanaf C. In de bescheiden dispositie van het Gray-orgel in de kathedraal, is het register Lieblich Gedackt heel opvallend, want dit register is in 1852 nog maar kort bekend in Engeland: het komt voor het eerst voor op het orgel dat de Duitse orgelmaker Edmund Schulze had opgesteld tijdens de Wereldtentoonstelling van 1851.
Het lijkt niet aannemelijk dat ‘minor builder’ Gray zo flexibel en vooruitgangsgezind was dat hij het register Lieblich Gedackt onmiddellijk overnam. Waarschijnlijk is ook dit register een aanpassing uit later tijd is, al dan niet ter vervanging van een ouder register.
Het 1852-concept lijkt daarmee toch traditioneler dan het nu overkomt.
Mogelijk hebben ook de klavieromvang, tractuur en verdeling van de registers over twee manualen er in het verleden anders uitgezien.
Omdat dit orgel een overblijfsel is van een orgelbouwer met een bescheiden oeuvre, zou een technisch en historisch onderzoek naar dit orgel ook voor de Angelsaksiche wereld zeer relevant zijn.


Foto: Wouter van Belle

Dispositie:

Great (C-g3)
Open Diapason 8’ C-H gecombineerd met Stopped Diapason
Stopped Diapason 8’ Hout, bas gedekt, discant open
Open Flute 4’  
Mixture II (1989, C: 2’, 11/3, c1: 22/3, 2)
   
Swell (C-g3)
Lieblich Gedackt 8’ C-H hout, rest metaal met mahonie stoppen, na 1852
Principal 4’  
Oboe 8’ (Hill 1870, geplaatst in 1989 ter vervanging van Gamba 8’)
   
Pedal (C-e1)
Bourdon 16’ (na 1890?)

Koppeling Great-Swell, Pedal-Great, zweltrede (inhaak)
a1 = 440 Hz, gelijkzwevend gestemd
magazijnbalg, winddruk 76 mm

JAAP-JAN STEENSMA

Bronnen
James Boeringer, Organa Britannica, Organs in Great Britain 1660-1860, deel 1 (Londen en Toronto 1983); Peter van Dijk (red.),
Het Historische Orgel in Nederland, 1850-1858 (Amsterdam 2002);
Lyndesay G. Langwill en Noel Boston, Church and Chamber Barrel-Organs (…) (Edinburgh 1970);

Nicholas Thistlethwaite, The Making of the Victorian Organ (Cambridge 1990).

Met dank aan Wouter van Belle (Utrecht), Fokke-R. Feenstra (Grootegast). Edmund Holmes (Fakenham) en Nicholas Thistlethwaite (Oxford).

1) James Boeringer, Organa Britannica, Organs in Great Britain 1660-1860, deel 1 (Londen en Toronto 1983) 80.
2) Boeringer, Organa Britannica, 112.
3) www.ukcensusonline.com, geraadpleegd 20 januari 2013.
4) Boeringer, Organa Britannica, 112.
5) BIOS Reporter, Januari 1988, te raadplegen ophttp://www.npor.org.uk/Reporter/jan88.pdf  (13/04/2013).
6) Zie bijvoorbeeldhttp://www.npor.org.uk/Reporter/oct83/e1083.htm (13/04/2013).
7) BIOS Reporter oktober 1983http://npor.emma.cam.ac.uk/Reporter/oct83/e1083.htm  en lemma ‘Wheatacre’ in http://www.npor.org.uk/  (13/04/2013).
8) Lyndesay G. Langwill en Noel Boston, Church and Chamber Barrel-Organs (…) (Edinburgh 1970) 54, 110.
9) http://www.organrestoration.co.uk/for-sale.html  (13/04/2013).
10) Grotendeels overgenomen uit Het Historische Orgel in Nederland, 1850-1858 (Amsterdam 2002) 153-154.