Groningen, Universitair Medisch Centrum

Het ORGEL | Jaargang 108 | (2012) | Nummer 2

Groningen, Universitair Medisch Centrum
[Orgelbouwnieuws uit Het Orgel  2012/02]

 

Sinds september van 2011 staat er in de kerkzaal van het Universitair Medisch Centrum te Groningen een orgel van Gray & Davison uit 1872.
Het instrument werd gerestaureerd door Orgelmakerij Van der Putten BV uit Finsterwolde. Henk de Vries trad daarbij op als adviseur.
In het kader van de restauratie werd archiefonderzoek verricht, hetgeen geleid heeft tot een totaalbeeld van de verschillende eigenaren en het vinden van zowel het bestek uit 1871 als het onderhoudsoverzicht tot 1887.
Helmer Hut uit Beerta restaureerde de beschilderde frontpijpen.
Het orgel is gebouwd in opdracht van Charles Jacomb uit Londen en op 23 februari 1872 geplaatst als huiskamerorgel.
In het bestek staat vermeld dat het front vervaardigd moest worden van eikenhout, voorzien van gedecoreerde pijpen.
De klavieren krijgen de omvang C-g3, het pedaal C-e1.
Het orgel wordt vanaf de oplevering regelmatig onderhouden door Gray & Davison, tot 1887, het jaar waarin besloten wordt dat het orgel moet worden verkocht.
In 1887 wordt het door Gray & Davison gedemonteerd en per trein vervoerd naar de stad Worcester, waar het een nieuwe bestemming krijgt in The Alice Ottley School, een meisjesschool waar een nichtje van Charles Jacomb op dat moment naar school gaat.
De aankondiging van de aanschaf van dit orgel werd gedaan op 7 oktober 1887 door het hoofd van de school, headmistress Alice Ottley. De aankoopsom bedroeg £ 110.
De hal van deze school werd verbouwd in 1897 (vergroot met een absis), vanwege het flink toegenomen aantal leerlingen en het diamanten regeringsjubileum van Queen Victoria. Het orgel is toen verplaatst naar de voorzijde van de hal, ten noorden van de absis.
Onderzoek in het archief van zowel Gray & Davison uit Londen als Nicholson uit Worcester heeft niet uitgewezen wie het orgel destijds heeft gedemonteerd en opgebouwd. Vanaf 1897 kwam Edward Elgar hier als viooldocent lesgeven en gaf hij schoolconcerten op de piano.
Dat hij destijds het orgel ook heeft bespeeld, is zeer aannemelijk. Het instrument heeft in de hal gestaan totdat het in 1976 vervangen werd door het huidige orgel van de school.
Het orgel is in 1977 in gedemonteerde toestand aangekocht door Taco Boersma uit Jirnsum. Deze heeft zonder succes gepoogd het instrument te monteren. Organist Nico de Raad uit Katwijk heeft in 1977 het orgel eveneens in gedemonteerde toestand aangekocht en zelf, met hulp van een oud-werknemer van Orgelmakerij J. v/d Linden en Co. uit Leiderdorp, het instrument gemonteerd.
In mei 2011, zeven jaren na het overlijden van Nico de Raad, is het instrument aangekocht door het Universitair Medisch Centrum te Groningen.
Tijdens de demontage van het orgel bij de familie De Raad zijn er belangrijke historische aanwijzingen gevonden.
Op de zijkant van toets C van het Swell stond een opschrift: ‘Alice Ottley School Worcester’.
Dit opschrift dateert uit 1887 en heeft waarschijnlijk te maken met het transport van Londen naar Worcester.
Verder werd een opschrift aangetroffen op het C-ventiel in de windlade van het Great.
Daar stond de naam ‘J. Nicholson’ vermeld met het jaartal 1871, het jaar dat Charles Jacomb de opdracht gaf aan orgelmakerij Gray & Davison.
De naam Nicholson heeft geen betrekking op de gelijknamige orgelmakerij uit Worcester, maar betreft de naam van een werknemer die destijds waarschijnlijk leiding gaf tijdens de bouw van het orgel.
In het bestek is te lezen dat het instrument in 1872 een Oboe op het Swell heeft gehad.
Het is niet duidelijk waarom vanaf de herplaatsing in 1887 dit register heeft plaatsgemaakt voor de Keraulophon (Grieks voor hoorn-fluit).
Het orgel is op 9 oktober 2011 feestelijk in gebruik genomen met een bespeling door de adviseur.

Dispositie volgens de Lade-opstelling

Great Organ (C- g3)
Open diapason 8’ C-F# transmissie Lieblich Gedact 8; G-g3 orgelmetaal; G- e1 in front, frontpijpen met spits opgeworpen labia, baarden; f1- g3 op lade, spits gewreven labia, f1- h1 baarden
Flageolet 2’ C-g2 grenenhout, open pijpen; gis2-g3 orgelmetaal, open pijpen
Suabe Flute 4’ C- g3 grenenhout, mahonie voorslagen; C-B gedekt, Fis t/m H als roerfluit (er is een gecentreerde boring te vinden in de stop); c- g3 stemflappen; C- gis1 licht grenen, a1- g3 donker gekleurd grenen
Dulciana 8’ C-H transmissie Lieblich Gedact 8; c-g3 metalen pijpen, eng mensuur, spits gewreven labia; C-h1 baarden
Lieblich Gedact 8’ grenenhout, gedekt, mahonie voorslagen; C-H eigen ventielkast, hierdoor werkt C-H op zowel Great als Swell
Swell Organ (C-g3; lade c- g3)
Keraulophon 8’ c-g3 cylindrisch, open; c-d zijn gekropt
Gemshorn 4’ c-g3 orgelmetaal, conisch
Gamba 8’ c-h grenenhout, gedekt; c1-g3 orgelmetaal
Pedal Organ (C-e1)
Grand Bourdon 16’ C- e1 grenenhout, gedekt; C-G grenen voorslagen, Gis- e1 mahonie voorslagen; voorslagen C-H geschroefd, c- e1 gelijmd; grenen stoppen

Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel Swell – Great
Manuaalkoppel Swell – Great Sub Octaaf
Trede koppeling Great – Pedaal
Trede koppeling Swell – Pedaal
Trede ’piano’ Great
Trede ’forte’ Great
Trede Swell
toonhoogte: a¹ = 443 Herz bij 18o C
winddruk: 90 Wk
stemming: evenredig zwevend

HENK DE VRIES