Franse herwaardering voor Cavaillé-Coll
door René Verwer | Het ORGEL | Jaargang 107 | (2011) | Nummer 5
René Verwer | ![]() |
Franse herwaardering voor Cavaillé-Coll Het ORGEL 107 (2011), nr. 5, 16-36 [samenvatting] |
In het kader van het tweehonderdste geboortejaar van de Franse orgelmaker Cavaillé-Coll worden in dit artikel vijf orgels besproken die tussen 1992 en 2008 zijn gerestaureerd dan wel gereconstrueerd. In de inleiding gaat de auteur in op de Franse herwaardering van het erfgoed van Cavaillé-Coll en de werkwijze van de overheid en subsidiëring van restauraties. De Franse Staat financiert orgelrestauraties in kathedralen doorgaans volledig, instrumenten in parochiekerken worden financieel veelal door de stad en het departement gesteund, waarbij restauraties van belangrijke orgues historiques ook deels door de Staat worden gesubsidieerd. In het artikel worden eerst de orgels van de voormalige abdij te Royaumont (2007), de kathedraal te Orléans (2008) en de Notre-Dame te Épernay (2002) besproken. Het eerste orgel is door Laurent Plet naar de staat van 1865 gereconstrueerd, overigens met vervaardiging van een nieuwe kas. Voorgaande ingrepen door Gonzalez hadden het instrument vér van zijn oorspronkelijke staat gebracht. De twee andere orgels zijn gerestaureerd door Bernard Hurvy. In Orléans had in 1979 had een grote onderhoudsbeurt plaatsgevonden die na twintig jaar niet voldoende was gebleken. Ook was toen de toonhoogte gewijzigd. Thans is het instrument volledig naar de staat uit 1880 teruggebracht. Het orgel in Épernay is eigenlijk voor het eerst sinds de bouw in 1869 volledig gerestaureerd. Hierna komen de orgels van de Notre-Dame en Ste.-Clotilde te Parijs aan de orde. Het eerstgenoemde heeft in 1992 veel van de Cavaillé-Coll-klank teruggekregen. De elektronische toetstractuur is gehandhaafd, de Barkermachines voor de registertractuur zijn gerestaureerd. Ook het pijpwerk is zoveel mogelijk teruggebracht naar de staat uit 1868. Het orgel van César Franck in de Ste.-Clotilde is inmiddels uitgebreid tot 72 stemmen, inclusief chamades en Bombarde 32’. De speeltafel is naar de koortribune verplaatst.
Hoewel Cavaillé-Coll-orgels – na een halve eeuw veronachtzaming – in toenemende mate piëtietvol worden gerestaureerd, zijn er nog talrijke voorbeelden van compromissen omdat veel organisten het volledige (Franse) orgelrepertoire op hun instrumenten willen kunnen spelen.
Foto’s van de beschreven instrumenten
Fotografen: Laurent Plet, Jean Mons, Robert Volkers en René Verwer
Epernay, Notre Dame
Front
Front
Speeltafel
Plaquette
Barker
Pijpwerk pedaal
Pijpwerk Positif
Dwarsdoorsnede
Orléans, Kathedraal Ste.-Croix
Front
Klaviatuur
Barker pedaal
Cornet Grand Orgue
Pijpwerk Grand Orgue/Bombarde
Voix Humaine van het Recit
Reservoirbalgen
Zwelkast en pijpwerk van het pedaal
Parijs, Notre Dame
Oude speeltafel
32-voets pijpwerk
Barker pedaal
Pijpwerk Grand Choeur
Pijpwerk Positif
Pijpwerk Recit
Pijpwerk Solo
Rouen, St. Godard
Door een lek in het dak van de kerk is een dak met een regenpijp! boven het orgel aangebracht.
Fondation Royaumont, Asnières-sur-Oise
Nieuwe front van 2007
Front door Gonzalez in 1937
Combinatiepedalen
Detail barker
Detail registertrekkers
Mechaniek
Pijpwerk Grand Orgue
Pijpwerk pedaal
Regulateur Grand orgue