Microtonaliteit van het Spaarne naar ’t IJ. Zestig jaar 31-toons orgel

door Cees van der Poel | Het ORGEL | Jaargang 107 | (2011) | Nummer 3

 

Cees van der Poel Microtonaliteit van het Spaarne naar ’t IJ. Zestig jaar 31-toons orgel
Het ORGEL 107 (2011), nr. 3, 4-11 [samenvatting]

Dit jaar is het zestig jaar geleden dat in het Teylersmuseum te Haarlem het orgel in gebruik genomen werd dat gebouwd was volgens de inzichten van Adriaan Fokker (1887-1972). Het 31-toons instrument genoot aanvankelijk bekendheid; eromheen ontstond een levendige scene van componisten en bespelers met Fokker als grote stimulatorVanaf 1942 hield de natuurkundige Fokker zich vrijwel uitsluitend bezig met muziektheoretische onderwerpen. Daarbij was zijn interesse in het bijzonder gewekt voor de geschriften van Christiaan Huygens en diens pleidooi voor het 31-toonstelsel. De ideeën van Huygens raakten een gevoelige snaar bij Fokker, die van de zuivere intonatie. Dit thema vormde de ruggengraat van vrijwel al Fokkers muziektheoretische publicaties, die het licht zagen.
Om zijn theorieën in klank om te zetten, liet Fokker in 1943 een klein orgeltje bouwen. Dit instrumentje preludeerde op de verwerkelijking van Fokkers grootste droom: een pijporgel met eenendertig tonen in het octaaf. Dit instrument waaraan vanaf 1945 gewerkt werd, kwam tot stand door een nauwe samenwerking tussen Fokker en de orgelmaker Bernard J.A. Pels (1921-1996).
Het orgel raakte voor een tijd in de vergetelheid: het werd zelfs gedemonteerd en opgeslagen. Vanaf 2009 klinkt het instrument weer in het Muziekgebouw aan ’t IJ te Amsterdam. En opnieuw laten componisten zich inspireren door het orgel en het achterliggende microtonale systeem.

Kleurenfoto’s: Dick Zoet