Het Apollonius Bosch-orgel in de Grote Kerk te Vollenhove – Door Auke H. Vlagsma
Het ORGEL | Jaargang 107 | (2011) | Nummer 1
Auke H. Vlagsma | Het Apollonius Bosch-orgel in de Grote Kerk te Vollenhove Het ORGEL 107 (2011), nr. 1, 26-36 [samenvatting] |
Het orgel in de Grote of St.-Nicolaaskerk van Vollenhove werd in 1686/1687 gebouwd door orgelmaker Apollonius Bosch. Het is een uniek instrument op verschillende aspecten: de vormgeving, het beeldhouwwerk, de kleuren van de kassen en het instrument zelf. Bijzonder is ook dat dit orgel het enige is van Apollonius Bosch waarvan niet alleen de pijpen bewaard zijn gebleven, maar ook de kassen, twee laden en een deel van de tractuur. Uit een aantal onderdelen blijkt dat Bosch zijn scholing in de Zuidelijke Nederlanden heeft gehad, met name uit de opbouw en de indeling van het front, de bijzondere registertractuur, de bouwwijze van de laden met de windkast aan de frontzijde, de factuur van de pijpen en de vele bas/discant-delingen. Een opvallend gegeven is de vele overtollige ruimte in de hoofdwerkkas. Wat de klavieromvang en de mensurering van het pijpwerk betreft was Bosch modern. Hij liep voor op Duyschot met de klavieromvang van vier volle octaven en ook met de enge hoogbarokke mensuren van de fluitregisters. Opvallend is dat hij geen roerfluiten bouwde, maar uitsluitend gedekten. De wijze van mensureren heeft wel kenmerken van de Hollandse school, met simpele verhoudingen en met kleine verschuivingen daarin om een iets wijdere of engere mensuur te concipiëren.
Diverse orgelmakers hebben de eeuwen door aan het instrument gewerkt, waaronder Frans Caspar Schnitger (1720), Albertus Anthonij Hinsz (1730/1731), Vitus Wigleb (1747), Heinrich Hermann Freytag (1807), Albertus van Gruisen (1819), Johann Heinrich Holtgräve (1840) en Jan van Loo (1860). In 1977 werd het instrument gerestaureerd waarbij het orgel zoveel mogelijk teruggebracht werd naar de oorspronkelijke situatie. Daardoor is een deel van het historische pijpwerk verwijderd. Het zou een goede zaak zijn wanneer de ingreep van 1977 weerd ongedaan gemaakt zou worden.
Foto’s Jan Smelik