Asperen, Hervormde Kerk

Het ORGEL | Jaargang 106 | (2010) | Nummer 4

Asperen, Hervormde Kerk
[Orgelbouwnieuws uit Het Orgel  2010/06]

 

Foto’s: Cees van der Poel

In 1892 nam de Hervormde Gemeente van Rotterdam de Noorderkerk in gebruik. Het ontwerp was van de hand van architect B. Hooykaas jr. De gemeentezang werd begeleid op een harmonium.
Na enkele maanden vulde de gulle gever die de stichting van het kerkgebouw mogelijk maakte, het orgelfonds aan en konden plannen voor de bouw van een pijporgel worden gemaakt.
Hooykaas ontwierp een front en M.H. van ‘t Kruijs, organist van de Laurenskerk, maakte twee dispositievoorstellen, beide geheel gericht op de begeleiding van de samenzang.
In het najaar van 1892 vonden besprekingen plaats tussen genoemde heren en orgelmaker J.F. Witte. De gulle gever stelde als eisen dat het instrument voor op het orgelbalkon zou worden geplaatst en dat de middentoren voorzien zou worden van een bazuinblazende engel. Zodoende ontstond een eenvoudiger orgeltype zonder een vrije speeltafel en hulpmiddelen om snel registergroepen in en uit te schakelen, verwant aan bijvoorbeeld het orgel van de Buurkerk in Utrecht (1883).
Opvallend aan de ontwerpdispositie is het ontbreken van een Quint 3’ op het Hoofdwerk. Van ‘t Kruijs was een verklaard tegenstander van dit register. Wellicht is de Quintadeen 8’ te beschouwen als een kleine compensatie van de orgelmaker. Na enige discussie over de door Witte voorgestelde gecombineerde groot octaven en de houten uitvoering van niet in het front staande pijpen van de Prestant 16’, besloot men de Viola 8’ te bouwen vanaf C; Witte leverde op eigen kosten de grootste pijpen van de Prestant 16’ van metaal. Op 14 december 1894 bespeelde Van ‘t Kruijs het nieuwe orgel voor genodigden, twee dagen later volgde de kerkelijke ingebruikneming. Tijdens de ingebruikname zorgden het grote aantal aanwezigen en de gasverlichting voor een zeer vochtig klimaat en ontstonden storingen. In het vervolg draaide men de verlichting wat lager en deden de problemen zich niet meer voor.
Tot 1903 had de firma Bätz & Co. het orgel in onderhoud, daarna de Rotterdamse orgelmaker Jan van der Kleij. Hij maakte in 1917 het orgel schoon en vernieuwde de toetsen van het pedaalklavier.
Na Jans overlijden in 1923 nam zijn broer Gerrit (De Munck & Van der Kleij) het stokje over. In 1927 volgde opnieuw een schoonmaak en werd de op enig moment aangebrachte tremulant vervangen door een pneumatisch geregeerd exemplaar.
J. de Koff & Zoon voerde in 1941 uitgebreidere werkzaamheden uit. De Utrechtse orgelmaker repareerde de windladen en het pijpwerk en verving het pedaalklavier en de bank voor een in hoogte verstelbare. De opsneden van de Violon 8’ werden verlaagd en het register werd voorzien van zijbaarden, de grootste pijpen van snijbaarden en de kleinere van houten rolbaarden. Ook de registers Prestant 8’, Octaaf 4’ en Octaaf 2’ (HW), Salicet 8’, Viola 8’, Fluit 4’, Salicet 4’ (NW) en de prestanten van het Pedaal voorzag De Koff geheel of gedeeltelijk van zijbaarden. De bekers van de Trompet 8’ (HW) schoven een halve toon naar boven op, C kreeg een nieuwe beker.
In 1974 sloot de Hervormde Gemeente de Noorderkerk; het gebouw ging tegen de vlakte. Orgelmaker Verschueren demonteerde het orgel en sloeg het op in Heythuysen. Het tinnen frontpijpwerk en de vijf laagste tonen van de Prestant 16’ verdwenen in de smeltkroes.
De huidige ruime kerk van Asperen verrees vermoedelijk halverwege de vijftiende eeuw. Er moet een orgel hebben gestaan, in ieder geval op 8 oktober 1566 toen een instrument ten prooi viel aan beeldenstormers. Daarna is er waarschijnlijk nooit meer een orgel geweest, de archieven zwijgen althans over een mogelijk instrument. In 1896 voltrok zich een ramp in de geschiedenis van de kerk: een stadsbrand vernielde de kap en het interieur. Een jaar later was de kerk weer hersteld.
In 1912 betrok de Hervormde Gemeente een orgel van orgelfabrikant en -handelaar Mart. Vermeulen uit Woerden. Het instrument had een fors neo-gotisch front. In 1938 nam de Utrechtse firma J.C. Sanders & Zn. het onderhoud over. In de jaren 1944/45 verrichtte Flentrop uit Zaandam enige werkzaamheden. In 1947 stelde Flentrop een algehele revisie voor; die vond echter geen doorgang.
De strenge winter van 1963 bracht het orgel de genadeklap toe. De Orgelcommissie der Nederlandse Hervormde Kerk achtte een restauratie wel mogelijk maar niet wenselijk: het orgel moest vervangen worden. Dat gebeurde niet. De kerk verkocht in 1969 het grootste deel van het pijpwerk voor de financiering van een kerkrestauratie. Terwijl de gemeente plannen ontwikkelde voor een ander orgel, plaatste men in de Vermeulen-kas de luidsprekers van een elektronicum. Aan het einde van de vorige eeuw was dit surrogaatorgel aan vervanging toe, ofwel door opnieuw een imitatie-orgel ofwel door een pijporgel.
Teus den Toom maakte de kerkvoogden attent op het sinds lang opgeslagen Rotterdamse Witte-orgel bij Verschueren. Adviseurs Aart Bergwerff en Den Toom kregen mede de opdracht een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren en in 2003 zag de Stichting Orgel Hervormde Kerk Asperen het licht, die zich inspande om de financiering van het omvangrijke project rond te krijgen. In 2004 konden de kerkrentmeesters aan Verschueren Orgelbouw opdracht geven voor de restauratie en plaatsing van het Witteorgel in Asperen. Eind 2007 kocht orgelmaker Sicco Steendam de oude Vermeulen-kas en brak hem af.
De werkzaamheden aan het Witte-orgel omvatten herstel en completering van de orgelkas. De handklavieren kregen nieuw beleg (het oude bleef bewaard in de orgelkas); orgelbank, lessenaar en pedaalklavier verving men in Witte-stijl. De verdwenen frontpijpen zijn nieuw gemaakt naar voorbeeld van het orgel in de Grote Kerk van Apeldoorn (Witte, 1896). De balgen zijn opnieuw beleerd en de windladen gerestaureerd. De sleepafdichting bestaat uit textielen ringen. De ventielkasten kregen nieuw leer evenals de ventielen (dubbel beleerd).
De oude Trompet van Witte, aanwezig in het orgel van de r.-k. parochie van Raamsdonksveer, achtte men te sterk gewijzigd om terug te plaatsen. Besloten werd om een nieuwe Trompet te maken naar het voorbeeld van Apeldoorn. Wel beschikte Verschueren nog over de oude trompet-kelen en -tongen van 1894 en verwerkte die in de stijlkopie.
De oorspronkelijke Fagot 16’, verkocht aan de Bodengravense Salvatorkerk, is terugverworven door ruiling voor een nieuw register.
De kas is ontdaan van de niet-oorspronkelijke rode verflaag. Daaronder was de eiken-houtimitatie van Witte nog aanwezig. In de geest daarvan bracht schilder Ridderhof uit Deil een nieuwe kleurlaag aan. Bij de demontage in 1974 is snijwerk verdwenen; Gert van den Dikkenberg (Veenendaal) en Jan van Harskamp (Zetten) vulden de hiaten aan.
Op 10 februari 2010 was de ingebruikneming van het orgel. Aart Bergwerff en Marco den Toom bespeelden bij die gelegenheid het instrument, dat na vijfendertig jaar een verbazingwekkend passende nieuwe standplaats vond. Ter gelegenheid van de restauratie gaf de Stichting Orgel Hervormde Kerk Asperen een uitstekend verzorgde brochure uit.

Dispositie (registers in ladevolgorde)

 

Hoofdwerk (I, C-f3)
Prestant 8’ C-e front, 2009; vervolg op de lade; C-f2 expressions, vervolg op lengte; fis2, gis2, b2 c3-f3 2009
Violon 8’ C-c gecombineerd met Prestant 8’; cis-f3 tin; cis-h zijbaarden; cis-h2 expressions, vervolg op lengte; g2-f3 2009
Bourdon 16’ C-d1 wagenschot, gedekt , zijbaarden; vervolg metaal, gedekt, zijbaarden; c3 2009
Roerfluit 8’ C-c wagenschot, gedekt, zijbaarden; vervolg metaal, roergedekt, zijbaarden; cis 2009
Octaaf 4’ C-f1 expressions, vervolg op lengte; f2, g2, a2, h2, cis3, dis3 2009
Cornet V st. op verhoogde banken; ca. 60 pijpen 2009;
samenstelling:
gis 4 2 2/3 2
b 8 4 2 2/3 2
c1 8 4 2 2/3 2 1 3/5
Quintadeen 8’ metaal, gedekt; C-f2 kastbaarden, vervolg zijbaarden; h2, f3 2009
Octaaf 2’ C-e expressions, vervolg op lengte; gis, b, g1, b1, c3 2009
Mixtuur III-V st. 8-voets koor cis1, 5 1/3-voets koor e 2009;
samenstelling:
C 2 1 1/3 1
G 2 2/3 2 1 1/3 1
g 4 2 2/3 2 1 1/3 1
g1 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3
g2 8 5 1/3 4 2 2/3 2
Fagot 16’ cilindrische bekers; C-Dis houten koppen, vervolg metaal; kelen (merendeel beleerd) en tongen messing
Trompet 8’ koppen en stevels metaal; kelen (merendeel beleerd) en tongen messing; kelen en tongen 1894, overig 2009
Nevenwerk (II, C-f3) (registervolgorde vanaf achterwand kas)
Salicet 8’ C-fis2 expressions, vervolg op lengte; C-Gis kastbaarden, A-h zijbaarden; c, gis, e3, f3 2009
Viola 8’ tin; C-h2 expressions, vervolg op lengte; C-H kastbaarden, c-h zijbaarden; c3, d3 2009
Holfluit 8’ C-c eiken, gedekt, zijbaarden; vervolg metaal, gedekt, zijbaarden; c1, d3, e3 2009
Gemshoorn 8′ C-c gecombineerd met Holfluit 8’; metaal, conisch; cis-h zijbaarden; cis-f2 één stemkrul, vervolg op lengte; f, c3, d3, e3 2009
Fluit 4’ metaal; C-f1 expressions, vervolg op lengte; A 2009
Woudfluit 2’ metaal; C-h expressions, vervolg op lengte; vanaf c1 overblazend; c1-h1 zijbaarden; f1 2009
Dulciaan 8’ koppen en stevels metaal; kelen (merendeel beleerd) en tongen messing; e, fis1 2009
Pedaal (C-d1) (registervolgorde vanaf zijde Hoofdwerk)
Prestant 16’ E-a front; C-d1 gevoed vanuit aparte lade achter het front; C één stemkrul, vervolg expressions; C-a 2009
Subbas 16’ grenen, gedekt, zijbaarden; stoppen met grepen, voorslagen zijbaarden en voeten eiken
Octaaf 8’ gehele registers expressions
Octaaf 4’ gehele register expressions
Bourdon 8’ metaal, gedekt, zijbaarden
Bazuin 16’ trechtervormige bekers; C-E kortere bekerlengte; C-H houten koppen, vervolg metal; metalen stevels; messing kelen en tongen
Trombone 8’ metalen koppen en stevels; kelen (merendeel beleerd) en tongen messing

Werktuiglijke registers
koppel Hoofdmanuaal-Bovenmanuaal
koppel Pedaal-Hoofdmanuaal
calcant
ventiel
drie blanco symmetrieknoppen
toonhoogte: a1= 436 bij 18° C
winddruk: 90 mm wk
stemming: evenredig zwevend

CEES VAN DER POEL

Bron: Teus den Toom, Het Witte-orgel in de Hervormde Kerk te Asperen. “een welluidende toon en een deftig nobel geluid” (Asperen 2009).