Apeldoorn: Fruytier Scholengemeenschap

door : Fruytier Scholengemeenschap | Het ORGEL | Jaargang 106 | (2010) | Nummer 3

Apeldoorn: Fruytier Scholengemeenschap
[Orgelbouwnieuws uit Het Orgel  2010/06]

 

Op zaterdag 21 november 2009 werd in de hoofdvestiging van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap te Apeldoorn een nieuw orgel in gebruik genomen. Het door de firma Mense Ruiter orgelmakers BV uit Zuidwolde gebouwde instrument werd daarbij gedemonstreerd door Matthijs de Vreugd, organist en medewerker van Mense Ruiter. Vervolgens was het de beurt aan muziekdocent Arie Kortleven om samen met leerlingen en collega’s het orgel te laten horen.
Het nieuwe orgel is geplaatst in aula van het schoolgebouw, een ruimte met een aflopend dak. Het instrument kreeg een plaats in de hoek waar de aula de grootste hoogte heeft. Het vlakke front, met daarin pijpwerk van de Prestant 8’, wordt gekenmerkt door een grote overhellende kap, die niet alleen een visuele functie heeft maar ook dient als klankbord. De frontzijde en de zijkanten van de hoofdkas zijn gemaakt van eikenhout, de overige kasdelen en de houten binnendelen zijn van grenenhout. De kas is ingekleurd met een natuurlijk pigment, enkele accenten zijn verguld.
Direct achter het front is de lade van het Hoofdwerk opgesteld. Het in een zwelkast opgestelde Bovenwerk ligt daarachter. Het Pedaal is een niveau lager geplaatst. De windvoorziening, bestaande uit een grote spaanbalg, is onderin de orgelkas geplaatst.
De windkanalen zijn van eiken, loden conducten verzorgen de windvoorziening naar het pijpwerk dat niet op de lade staat.
De speeltafel bevindt zich aan de voorzijde van het instrument. De ondertoetsen zijn voorzien van beenbeleg, de boventoetsen van ebbenhout. Het pedaalklavier en de bank zijn gemaakt van eiken.
De speel- en registermechaniek zijn van eiken, messing en ijzer.
De messing walsarmen zijn met leer gevoerd.
Aan de bouw van het orgel is meegewerkt door diverse vmboafdelingen van de school. Zo hebben leerlingen van de bouwafdeling delen van de orgelkas vervaardigd, heeft de afdeling metaal onderdelen van de registermechaniek gemaakt en heeft de afdeling elektrotechniek meegeholpen met de aanleg van de elektrische installatie. Door leerlingen te laten participeren in de bouw van het orgel is geprobeerd de bouwkosten zo laag mogelijk te houden. Bovendien konden de leerlingen op deze manier kennis maken met de technische en cultuurhistorische aspecten van de orgelbouw.
Het is de bedoeling met dit orgel de culturele activiteiten van leerlingen en docenten verder uit te bouwen. Het orgel zal worden gebruikt bij de samenzang en tijdens concerten. Daarnaast kunnen leerlingen, na het doen van een kleine ‘auditie’, op het orgel studeren.

Dispositie:

Hoofdwerk C-f3 Bovenwerk C-f3 (in zwelkast) Pedaal C-d1
Bourdon 16’ C-H hout Gedekt 8’ C-B hout Subbas 16’ (hout)
Prestant 8’ (deels in het front) Salicionaal 8’ (vanaf F) Open Fluit 8’ (hout)
Roerfluit 8’ Viola da Gamba 8’ Octaaf 4’
Octaaf 4’ Blokfluit 4’ (hout) Bazuin 16’
Speelfluit 4’ Vlakfluit 2’  
Nasard B/D 3’ Sesquialter B/D II st.  
Octaaf 2’ Fagot-Hobo 8’  
Mixtuur IV st.    
Trompet B/D 8’    

Koppelingen: Hw-Bw, Ped-Hw, Ped-Bw
Tremulant Hw, tremulant Bw
Winddruk: 86 mm wk
Stemming: Neidhardt I (1724)

WILLEM JAN CEVAAL

Bron: Mense Ruiter orgelmakers BV; M.J. den Haan, secretaris orgelcommissie Jacobus Fruytier Scholengemeenschap.


Foto: Rien Visser