Felix Mendelssohn Bartholdy en het koraal. Deel 3: Van tekst tot uitleg in de Six Grand Sonatas, op. 65,4-6
door Albert Clement | Het ORGEL | Jaargang 106 | (2010) | Nummer 6
Albert Clement | ![]() |
Felix Mendelssohn Bartholdy en het koraal. Deel 3: Van tekst tot uitleg in de Six Grand Sonatas, op. 65,4-6 Het ORGEL 106 (2010), nr. 6, 12-30 [samenvatting] |
Felix Mendelssohn Bartholdy en het koraal. Deel 3: Van tekst tot uitleg in de Six Grand Sonatas, op. 65,4-6
In dit laatste deel van een drieluik wordt nagegaan op welke wijze Felix Mendelssohn Bartholdy in de laatste drie sonates van de Opus 65 met het koraal is omgegaan.
In Sonate IV gebruikt Mendelssohn geen koraal maar mogelijk ter compensatie daarvan bevat deze sonate als enige van de zes wel een ‘Andante religioso’.
Sonate V bevat een door Mendelssohn geconstrueerd koraal. Ten onrechte hebben onderzoekers een relatie gelegd tussen dit koraal en de koraalmelodie van het lied ‘Alle Menschen müssen sterben’, Er zijn echter wel goede argumenten te veronderstellen dat Mendelssohns koraal uit Sonate V geënd is op de melodie van het lied ‘Dir, dir Jehova will ich singen’ van Bartholomäus Crasselius (1667-1724).
Armin Koch heeft in zijn studie Choräle und Choralhaftes im Werk von Mendelssohn Bartholdy (Göttingen 2003) beweerd dat het een misverstand zou zijn te denken dat Sonate VI gebaseerd is op het lied ‘Vater unser im Himmelreich’. Op basis van een vroegere koraalzetting van Mendelssohn, waar de componist ´Nimm von uns Herr’ boven geschreven heeft, stelt Koch dat Sonate VI een autonome compositie is.
Er zijn echter goede argumenten om vast te houden aan het gegeven dat Sonate VI een verklanking is van het lied ‘Vater unser im Himmelreich’. Op basis van Luthers exegese van het ‘Vater unser’ en van een retorische analyse van de muziek zijn er steekhoudende argumenten te stellen dat Mendelssohn in variatie I uit de Sonate VI de vierde strofe (‘Dein Will’ gescheh’, Herr Gott! zugleich’) van het Vater-unser-lied verklankt. Op gelijke wijze kan gesteld worden dat variatie II gecomponeerd is bij strofe 5 uit het lied en variatie III bij strofe 6. De fuga uit de sonate verklankt het Amen. In het slotdeel van de sonate heeft Mendelssohn de melodie gebruikt van het lied ‘When I survey the wondrous Cross’.
Felix Mendelssohn Bartholdy, in 1847 geschilderd door zijn zwager Wilhelm Hensel. Stadmuseum Düsseldorf.
Graven van de familie Mendelssohn op het Dreifaltigkeitskirchhof te Berlin-Kreuzberg. Het graf in het midden is dat van Felix Mendelssohn Bartholdy