De BACH-fuga’s van Robert Schumann

door Robert Jan August | Het ORGEL | Jaargang 106 | (2010) | Nummer 4

Robert Jan August De BACH-fuga’s van Robert Schumann
Het ORGEL 106 (2010), nr. 4, 4-21 [samenvatting]

 

Robert Schumann, die in 2010 tweehonderd jaar geleden geboren werd, was zelf erg te spreken over zijn Sechs Fugen über den Namen ‘BACH’ (op. 60). Hij vermoedde dat de cyclus, die hij in 1845/46 componeerde, zijn andere composities zou overleven. Na zijn dood werden de BACH-fuga’s echter niet gewaardeerd. Menig onderzoeker schreef de vermeende mindere kwaliteit van de zes fuga’s toe aan Schumanns zieke geestestoestand ten tijde dat hij deze werken componeerde. Dit ondanks het feit dat Schumann tijdens dezelfde periode een aantal van zijn beste werken voltooide.
De BACH-fuga’s zijn het resultaat van Schumanns nauwkeurige studie van het werk van Johann Sebastian Bach en van muziektheoretische verhandeling over contrapunt van Friedrich Wilhelm Marpurg en Luigi Cherubini. Schumann zag zijn contrapuntische werk als ‘karakterstukken in strenge stijl’ waarin hij oude en nieuwe stijlen combineerde.
Met het componeren van zijn contrapuntische werken dacht Schumann ook als eerste composities te kunnen publiceren voor een toentertijd nieuw instrument: de pedaalvleugel. Maar dit muziekinstrument werd niet populair; ook bij Robert en Clara Schumann viel het al snel in ongenade en de BACH-fuga’s werden primair voor orgel bestemd.
Hoewel er geen bewijzen zijn dat Schumann kennis had van de gulden snede, maakt hij in zijn fuga’s van dat concept volop gebruik. De zes fuga’s kunnen tezamen gezien worden als een soort symfonie, waarbij elke fuga zijn eigen karakteristieken heeft.

Bijlage:De inhoud van Clara Schumann’s Bach book