Drie viervoets-orgels uit de periode 1680-1725

door Auke Hendrik Vlagsma | Het ORGEL | Jaargang 106 | (2010) | Nummer 1

 

Auke Hendrik Vlagsma Drie viervoets-orgels uit de periode 1680-1725
Het ORGEL 106 (2010), nr. 1, 20-36 [samenvatting]

In Nederland is het type viervoets-orgel pas ontstaan na de Reformatie. Deze orgels werden geplaatst in kleine kerkgebouwen, voor het merendeel in lutherse kerken en rooms-katholieke staties. In die ruimten konden vanwege de beperkte hoogte slechts orgels zonder onderkas gebouwd worden. Ze stonden in de balustrade van de galerij met het klavier aan de achterkant en kregen de naam ‘balustrade-orgel’. Ten onrechte zijn viervoets-orgels vandaag de dag in Nederlands niet erg bekend.
In het artikel worden drie viervoets-orgels vergeleken:

  1. het orgel in Bovensmilde, afkomstig uit de Waalse kerk in Kampen waar het in 1684 gebouwd werd, mogelijk door Johannes Cloutman,
  2. het orgel van Matthias Verhofstadt in Donkerbroek, dat oorspronkelijk gebouwd is voor de Rooms-Katholieke Kerk van Jutphaas, en
  3. het orgel dat Johannes Duyschot in 1722 bouwde voor oud-katholieke kerk St.-Maria & Ursula in Delft.

Van het laatstgenoemde instrument is alleen de kas bewaard gebleven en in het artikel wordt als vervanger voor het Delftse binnenwerk de lade met pijpwerk van het Duyschot-kabinetorgel van de Doopsgezinde kerk in Middelstum onderzocht.
In het artikel wordt ingegaan op de verschillen en overeenkomsten die er zijn ten aanzien van de kasarchitectuur, de dispositie, de mensurering van het pijpwerk en ten slotte de klank.
 

Foto’s Bovensmilde: Jan Smelik


Klik op de afbeelding om een grotere versie te bekijken

 

Foto’s Donkerbroek: Jan Smelik