Orgelbouwnieuws: Gouda, Gereformeerde Gemeente
Het ORGEL | Jaargang 105 | (2009) | Nummer 9
Gouda, Gereformeerde Gemeente [Orgelbouwnieuws uit NotaBene 2009-09 september] |
Foto’s: Jan Smelik
In mei 2007 werd de eerste paal geslagen voor een nieuw kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Gouda naar ontwerp van architectenbureau Roos&Ros uit Oud-Beijerland.
De gemeente richtte zich inmiddels eveneens op de aanschaf van een pijporgel voor de kolossale kerkzaal met, onbezet, een nagalm van viereneenhalve seconde.
Aanvankelijk is onderzocht of er op de markt van gebruikte orgels een instrument gevonden kon worden. Dat bleek niet het geval en men sloeg het pad van nieuwbouw in.
Uit drie orgelmakers viel de keuze op Van Vulpen uit Utrecht. Als uitgangspunt diende de Batz-traditie, en dan met name zoals die gestalte kreeg in het orgel van de Evangelisch-Lutherse kerk in Den Haag. Dit klanktype werd geschikt geacht voor het draagkrachtig begeleiden van de gemeentezang en tegelijk voor een breed repertoire uit de literatuur.
Van meet af aan was duidelijk dat het orgel op zestienvoets basis gemaakt zou worden met Hoofd- en Rugwerk vanwege de grote inhoud van de kerkzaal.
Het frontontwerp is tot stand gekomen in samenwerking tussen Wim Ros en de orgelmaker. Eis was dat het orgel boven de preekstoel niet meer dan noodzakelijk mocht opvallen.
Als orgeladviseur nam de gemeente Henk Kooiker in de hand die al bij de bouw van de kerk betrokken was als akoestisch raadgever.
Van Vulpen heeft een aantal van de oorspronkelijk geplande transmissies laten vervallen en op eigen kosten de registers zelfstandig uitgevoerd.
Alleen de zestien- en achtvoets fluitregisters op het Pedaal zijn ontleend aan dezelfde reeks.
De Prestant 16′ (HW) is gebouwd vanaf G, C-Fis zijn transmissie van de Bourdon 16′.
Het groot octaaf van de Viola di Gamba (HW) spreekt in de Roerfluit 8′.
De Prestant 8′ (RW) staat vanaf D in het front. C en Cis zijn uitgevoerd als transmissie van de Holpijp 8′ en aangevuld met een zelfstandig wijd gemensureerde prestantpijp in viervoets ligging waardoor de suggestie van een achtvoets prestanttoon wordt gecreëerd.
Op 26 mei 2009 was de kerkelijke ingebruikneming.
Dispositie
Hoofdwerk (II, C-e3) | Rugwerk (l, C-e3) | Pedaal (C-d1) |
Prestant 16′ | Prestant 8′ | Prestant 16′ |
Octaaf Dd 8′ | Holpijp 8′ | Bourdon 16′ |
Roerfluit 8′ | Quintadeen 8′ | Octaaf 8′ |
Viola di Gamba 8′ | Octaaf 4′ | Gedekt 8′ |
Octaaf 4′ | Fluit 4′ | Octaaf 4′ |
Quint 3′ | Nasard 3′ | Bazuin 16′ |
Octaaf 2′ | Octaaf 2′ | Trompet 8′ |
Cornet D IV | Gemshoorn 2′ | Trompet 4′ |
Mixtuur IV-V | Sesquialter II | |
Fagot 16′ | Mixtuur III | |
Trompet 8′ | Dulciaan 8′ |
Werktuiglijke registers
Koppelingen Hoofdwerk-RugwerkB/D, Pedaal-Hoofdwerk,Pedaal-Rugwerk
tremulant Rugwerk
toonhoogte: a1= 440 Hz bij18°C
winddruk: 72 mm Wk
stemming: evenredig zwevend
Bron: Henk Kooiker; programma presentatie 28 mei 2009 (opgave Van Vulpen)