Orgelbouwnieuws: Rotterdam-Overschie, Grote Kerk

Het ORGEL | Jaargang 105 | (2009) | Nummer 5
Rotterdam-Overschie, Grote Kerk
[Orgelbouwnieuws uit NotaBene  2009-05 mei]

Op 21 maart 2009 werd het gerestaureerde Van der Kley-orgel in de GroteKerk te Rotterdam-Overschie weer in gebruik genomen.
De firma Kaat& Tijhuis uit Kampen voerde deze restauratie uit. Adviseur was Peter vanDijk.

Voor foto’s zie de website vanKaat & Tijhuis.

Historie
In 1899 legde een brand de Hervormde Kerk van Overschie in de as;daarbij ging ook het orgei van W.H. Kam uit 1862 verloren. Reeds in 1901werd een nieuw kerkgebouw, naar een ontwerp van de Rotterdamse architektB. Hooykaas Bzn, in gebruik genomen. Hooykaas ontwierp ookhet front van het in 1910 in gebruik genomen nieuwe orgel, dat werdgebouwd door J. & G. van der Kley, Orgelfabrikanten – Rotterdam -, zoalsde naamlijst van de speeltafel van het orgel aangeeft.
De dispositie bij de oplevering van het orgel kan op grond van de archivaliaen een inventarisatie van het orgel zelf worden geïnterpreteerd:

Manuaal 1 (C-f3) Manuaal II (C-f3, in zwelkast) Pedaal (C-d1)
Bourdon 16′ Holpijp 8′ Prestant 16′
Prestant 8′ Viola 8′ Subbas 16′
Holpijp 8′ Geleste 8′ Octaaf 8′
Octaaf 4′ Salicet 4′ Violon 8′
Quint 2 2/3′ Roerfluit 4′ Octaaf 4′
Octaaf 2′ Gemshoorn 2′ Fagot 16′
Mixtuur IV-V st. Carillon D III st. Trombone 8′
Cornet D IV st. Dulciaan 8′  
Trompet 8′ Tremulant  

Koppelingen: Man.l-Man.ll, Ped.-Man.l, Ped.-Man.ll en vier vaste combinaties

In 1949 werd het orgel hersteld door de orgelbouwer H. Vermeulen teOverschie. De dispositie werd gewijzigd conform de toenmalige orgel-esthetischeopvattingen. Daarbij werd het bestaande pijpwerk grotendeelsbehouden, zij het dat diverse registers van functie en/of gedaante (doorhet inkorten van pijpwerk) werden veranderd.
In 1981 verving de orgelbouwer Tiggelman (Zaltbommel) de inmiddelstot Prestantfluit omgedoopte Salicet 4′ van Manuaal II door een Roerfluit4′ (nieuw pijpwerk) en sneed hij de Viola 8′ (eveneens Manuaal II) af toteen Prestant 4′.
Rond 2000 heeft de firma Nijsse (Oud-Sabbinge) enigeherstelwerkzaamheden uitgevoerd en een nieuwe orgelmotor geleverd.
Het orgel heeft kegelladen en pneumatische tracturen, waartoe despeeltafelwind (inlatende wind) uit de hoofdbalg wordt aangevoerd. Hetpijpwerk van het Manuaal II staat -iets verhoogd en in zwelkast- achterdat van Manuaal I. De pedaallade is tegen de linkerzijwand van de kasgeplaatst, in dwarsrichting op het front. Diverse orgeldelen (windladen,speeltafel, pijpwerk) zijn betrokken van een of meer Duitse toeleveranciers(in elk geval de firma Laukhuff te Weikersheim).

Restauratie 2007-2009
Aangezien de orgelkas nog in goede staat verkeerde, behoefde deze,behoudens enkele details, geen herstel.
De zachtboard-bekleding (aangebrachtin 1949?) van de zwelkast is vervangen door hard materiaal,de afdichtingen van de zweideuren zijn vernieuwd.
De speeltafel bevindtzich aan de rechter zijkant. Deze is, behoudens de registeropschriften,hersteld.
Voorts zijn de voetspitsen van ongeveer twintig frontpijpen, dieingezakt waren, vernieuwd.
De windvoorziening bevindt zich onder in het orgel. Deze omvat eenventilator, een uit 1910 daterende magazijnbalg met dubbele vouw enschepbalgen en een trapinstallatie, alsmede een daarboven geplaatsteregulateurbalg. Het balgsysteem is geheel hersteld en opnieuw beleerd.Desgewenst kan het orgel nog steeds door middel van de voettreden vanwind worden voorzien. De Tremulant is herzien.
De windladen bleken na demontage al eens op weinig professionele wijzete zijn hersteld; ze zijn integraal gerestaureerd. Ten behoeve van de Prestant16′ (Manuaal I) is voor het basgedeelte een transmissie-inrichtingnaar het Pedaal aangelegd en is het (zelfstandige) discantgedeelte opnieuwe kleine windladen direct achter het front geplaatst. De vrijgekomenplaats op de lade is ingevuld met een Open Fluit 4′ (pijpwerk uit de voorraadvan Kaat & Tijhuis).
De tracturen zijn volledig gerestaureerd en opnieuw ingeregeld. De membranenzijn vernieuwd en de vaste combinaties zijn, op basis van de mogelijkhedenin de speeltafel, conform historische voorbeelden en de anno1910 vigerende registratiepraktijk, opnieuw ingesteld.
Om financiële redenen is afgezien van het reconstrueren van de tweeverdwenen registers en het verwijderde mixtuurkoor. Van de Bourdon 16’is bovendien geen enkel spoor in het orgel aangetroffen, zodat uitsluitendop stilistische gronden aangenomen kan worden dat dit register in 1910wél aanwezig was. Het uit 1949 daterende hoogste mixtuurkoor (ManuaalI) is stom gemaakt. Op de plaats van de verdwenen Salicet 4′ (ManuaalII) is een Nasard 2 2/3′ geplaatst (pijpwerk uit de voorraad van Kaat &Tijhuis). De wellicht op enig moment ingekorte bekers van de Dulciaan 8′(Manuaal II) zijn verlengd om een stabielere toon te verkrijgen. Ten slotteis het al vanaf 1910 als onbevredigend ervaren tongwerkenensemble ophet Pedaal herzien: de Trombone 8′ is in ere hersteld en er is een nieuweBazuin 16′ (bekers met volle lengte) geplaatst
Voor het overige is de oorspronkelijke dispositie hersteld met behulp vanhet nog aanwezige -van plaats en/of functie gewijzigde- originele pijpwerk,alsmede bijpassend pijpwerk uit de voorraad van Kaat & Tijhuis.
Dit pijpwerk is voornamelijk afkomstig uit het voormalige orgel van deRooms-Katholieke Kerk te Raalte (B. Pels & Zn, 1931); het was, evenalshet door Van der Kley gebruikte pijpwerk, betrokken bij de firma Laukhuffen sluit qua makelij en mensuratie nauw daarbij aan. Alle niet hergebruiktpijpmateriaal wordt in het orgel bewaard.

Op zaterdag 16 mei om 15.30 uur wordt het hier besproken gerestaureerdeVan der Kley-orgel gepresenteerd met een concert doorPeter van Dijk, die als adviseur bij de restauratie betrokken was. Erzal onder meer muziek klinken van Rotterdamse componisten, zoalsSamuel de Lange jr., M.H . van ’t Kruijs, Gerard Bunk, Jan Zwart enWillem Mudde, die dit jaar honderd jaar geleden werd geboren.

Huidige dispositie:
 

Manuaal l C f3
Prestant 16′ 1910; C-h is een transmissie (2009) van de Prestant 16′ (Pedaal), c1-gis2 is in 1949 geplaatst en ingekort pijpwerk, afkomstig uit de Violon 8′ (Pedaal; Fis-d1), a2-f3 is in 2009 geplaatst, uit voorraad afkomstig pijpwerk. De discant is in 2009 op nieuwe kleine laden direct achter het front opgesteld
Prestant 8′ 1910; C-H in het front, vervolg op de lade
Open Fluit 4′ 1931; vanaf c1 overblazend
Holpijp 8′ 1910; C-H hout, vervolg metaal
Octaaf 4′ 1910
Quint 2 2/3′ 1910
Octaaf 2′ 1910
Cornet D IV st 1910; pijpwerk op verhoogde bankjes geplaatst
Mixtuur lil-IV sterk 1910
Trompet 8′ 1910
Manuaal II C-f3; in zwelkast
Viola 8′ C-H 1910, vervolg 1931
Geleste 8′ af c 1931
Holpijp 8′ 1910; C-H hout, vervolg metaal
Roerfluit 4′ 1910; C-f2 roergedekt, vervolg open, coniseh
Nasard 2 2/3′ 1931; open, conisch
Gemshoorn 2′ 1910/1931
Carillon D III st. 1910/1931
Dulciaan 8′ 1910; factuur als Trompet 8′ Manuaal I; bekers in 2009 verlengd
Tremulant pneumatisch; in 2009 herzien
Pedaal C-d1
Subbas 16′ 1910; hout
Prestant 16′ 1910; C-Dis hout, gedekt achter zijtorens front, vervolg in het front
Octaaf 8′ 1910
Vioion 8′ 1931; C-H zink, vervolg orgelmetaal
Octaaf 4′ 1910
Bazuin 16′ 2009
Trombone 8′ 1910

Koppeling Man, 1-II, Koppeling Ped.-I, Koppeling Ped.-ll
Vaste combinaties: p(iano), m(ezzo)f(orte), f(orte), t(utti), o(plosser)
H(and). reg(isters) af, zweitrede Manuaal II (balanstrede).
Samenstelling Cornet D IV st:
c1 4′ – 2 2/3′ – 2′ – l 3/5′
Samenstelling Mixtuur IV-V st.:
C 2′ – l V3′ – l’
c° 2 2/3′ – 2′ – l V3′ – l’
c2 4′ – 2 2/3′ – 2′ – l V,’
c3 5 V3′ – 4′ – 2 2/3′ – 2′
Samenstelling Carillon D III st.:
c1 8′ – 4′ – l 3/5′
Bron: Peter van Dijk, Eindverslag restauratie Van der Kiey-orgel GroteKerk Rotterdam-Overschie (Utrecht 2009).

Meer informatie en foto’s zie:http://kaatentijhuis.nl/restauratie_rotterdam_overschie_grotekerk.html