Orgelbouwnieuws: Nijland – Hervormde kerk

Het ORGEL | Jaargang 105 | (2009) | Nummer 4
Nijland – Hervormde kerk
[Orgelbouwnieuws uit NotaBene 2009-04 april]

Voor foto’s zie:http://home.tiscali.nl/bakkertimmenga/nijland.html

De firma Bakker & Timmenga voerde in 2008 een deelrestauratie uitvan het orgel in de Hervormde kerk te Nijland.
Het betreft een orgel dat Willem van Gruisen omstreeks 1840 heeft gebouwd. De restauratiewerkzaamheden werden begeleid door adviseur Jan Jongepier.
Op 28 november 2008 werd het orgel weer in gebruik genomen.
Historisch overzicht
Het Nijlander Van Gruisen-orgel is lange tijd in onderhoud geweest bij Bakker & Timmenga. In 1886 maakte deze Leeuwarder firma het orgel schoon. De in 1907 uitgevoerde werkzaamheden waren ingrijpender.
Hierbij werden de manualen, het pedaalklavier en de registerknoppen vervangen. Ook onderging de dispositie enige wijzigingen: op het Hoofdwerk maakte de Quint 3’ plaats voor een Eoline 8’ en werd de Trompet 8’ vernieuwd.
Op het onderpositief werd de Viola di Gamba D 8’ uitgebreid met pijpen voor de tonen c t/m h; het groot octaaf van de Fluit doux 8’ werd vernieuwd.
Bakker & Timmenga verving in 1928 de spaanbalgen door een magazijnbalg met handpompinstallatie en plaatste een pneumatische tremulant.
Een aantal frontpijpen van de Prestant 4’ van het Onderpositief werd buiten gebruik gesteld. In plaats daarvan werden binnenpijpen geplaatst.
Verder verruilde de Eoline 8’ van het Hoofdwerk van plaats met de Viola di Gamba 8’ van het Onderpositief.
De orgelmaker J.P. Vos verving in 1968 de frontpijpen van de middentoren.
Ook voerde hij een aantal dispositiewijzigingen door. Op het Hoofdwerk werd de Viola di Gamba vervangen door een Quint 3’. Daarnaast werd pijpwerk van de Octaaf 4’, Octaaf 2’ en Mixtuur vervangen. Op het Onderpositief verving Vos de Eoline door een Nasard 1 1/3’ en werd het pijpwerk van de Woudfluit 2’ vernieuwd.
In 1982 was het weer de beurt aan Bakker & Timmenga. Bij de herstelwerkzaamheden zijn de in 1968 verwijderde registers van Van Gruisen weer teruggeplaatst: op het Hoofdwerk de Octaaf 4’ en Octaaf 2’ en op het Onderpositief de Woudfluit 2’ en de Viool de Gamba 8’ (toestand 1907). Daarnaast zijn er nieuwe registerknoppen en -opschriften aangebracht en zijn winddruk en intonatie gecorrigeerd.
Deelrestauratie 2008
De orgelkas is waar nodig hersteld en de kleur is in lijn gebracht met de onlangs herstelde kleurstelling van het kerkinterieur. De frontpijpen zijn gepoetst en het bladgoud op de labia is vernieuwd. De in 1968 geplaatste pijpen in de middentoren zijn gehandhaafd. De magazijnbalg uit 1928 verkeerde in goede conditie en is ter plekke nagezien, de kanalen zijn hersteld. De Afsluitingen van Hoofdwerk en Positief en de Tremulant zijn gerestaureerd en weer in werking gesteld.
Tijdens deze deelrestauratie zijn de handklavieren gerestaureerd, waarbij de ondertoetsen van nieuw beenbeleg zijn voorzien. De bakstukken en het lijstwerk zijn vernieuwd in de stijl van Willem van Gruisen, overeenkomstig de situatie in de Hervormde kerk te Oosthem (1838) en de Gereformeerde kerk te IJlst (1836). Van het Pedaal zijn de toetsen hersteld.
Tijdens de restauratie van de speelmechaniek bleek dat Bakker & Timmenga bij de werkzaamheden in 1907 of 1928 de hoofdwerkmechaniek had gewijzigd. Van reconstructie van de oorspronkelijke situatie is afgezien, omdat hiervoor een ingrijpende vernieuwing noodzakelijk was.
Wel is werking geoptimaliseerd. Tijdens het restauratiewerk is de originele aanleg van de pedaalkoppel van 1840 aan het licht gekomen. Deze inrichting, in feite een tractuurversperring, kon eenvoudig in de oorspronkelijke staat worden hersteld. De bijbehorende registerknop droeg het opschrift ‘Muet’. In stijl met de bestaande opschriften is een nieuw opschrift met de tekst ‘Ped. Kopp.’ aangebracht.
De in 1968 aangebrachte Quint 3’ en Mixtuur van het Hoofdwerk zijn vervangen door nieuwe pijpen, gemaakt in de stijl, mensuur en makelij van Willem van Gruisen. Het overige pijpwerk is hersteld en schoongemaakt.

Dispositie

Hoofdwerk (C-f3) Onderpositief (C-f3) Pedaal (C-h0)
Bourdon 16’ Fluit Doux B/D 8’ aangehangen
Prestant 8’ Viool de Gambe 8’  
Holpijp 8’ Prestant 4’  
Octaaf 4’ Roerfluit 4’  
Fluit d’Amour 4’ Woudfluit 2’  
Quint 3’    
Superoctaaf 2’    
Mixtuur 3-4 st.    
Trompet B/D 8’    

Koppelingen: Hw-Op, Ped-Hw
Afsluitingen Hw, Op
Tremulant
Ventiel
Toonhoogte: a1 = 440 Hz
Winddruk: 70 mm
samenstelling Mixtuur
C 1 1/3 1 2/3
c0 2 1 1/3 1
c1 4 2 2/3 1 1/3

Bronnen:
Jan Jongepier, ‘Restauratieverslag betreffende de deelrestauratie van hetorgel in de kerk van Nylân’;
Het Historische Orgel in Nederland 1840-1849 (Amsterdam 2002) 57-59.

WILLEM JAN CEVAAL