Orgelbouwnieuws: Kopenhagen (Denemarken), Radio Concert Hall

Het ORGEL | Jaargang 105 | (2009) | Nummer 4
Kopenhagen (Denemarken), Radio Concert Hall
[Orgelbouwnieuws uit NotaBene 2009-04 april]

DR-BYEN (Deense Radio & TV BYEN) was verspreid gevestigd in debinnenstad van Kopenhagen over tien locaties. In 1999 besloot menom die alle samen te brengen op één plaats in het noordelijke deelvan de stad. Er verrees voor de som van ruim 850 miljoen euro eengebouwencomplex met een totale oppervlakte van 110.000 m². Eennieuw concertgebouw met onder andere vier concertzalen naar ontwerpvan de in Parijs gevestigde architect Jean Nouvel maakt daarvan deeluit. De grootste zaal met een inwendige hoogte van 24 meter, heeft1.800 zitplaatsen.
Eind 2002 benaderde men orgelmaker Van den Heuvel (Dordrecht)samen met zes andere Europese orgelmakers met het verzoek meete dingen naar de bouw van een orgel voor de grootste concertzaal.
De keuze viel op de Dordtse bouwer. De architect van de zaal tekende het frontontwerp met het idee om als het ware een woud van pijpente creëren; het bureau Nagata Acoustics was verantwoordelijk voor dezaalakoestiek.
Van den Heuvel startte in 2004 met de bouw van het 91 stemmentellende orgel. Het was de bedoeling dat de concertzaal en ook hetorgel in 2006 zouden worden opgeleverd. Grote vertragingen bij debouw van de zaal leidden evenwel tot uitstel. Al in 2006 stond het orgelgeheel opgesteld in de montagehal in Dordrecht maar het duurde toteind maart 2008 voordat de opbouw in Kopenhagen kon beginnen. Inaanwezigheid van onder andere de Deense koninklijke familie is hetorgel op zaterdag 17 januari 2009 in gebruik genomen.
De 91 registers van het instrument zijn verdeeld over vier klavieren eneen vrij pedaal. Het Positif, Récit, en Solo zijn in zwelkasten geplaatst.
Ook de Tuba’s zijn geplaatst in een aparte crescendokast. Het orgelheeft op verzoek van de opdrachtgever een verplaatsbare speeltafelop het concertpodium, zodat de organist op een optimale afstand vande dirigent kan musiceren. Vanaf de speeltafel wordt de toetsfunctieelektronisch aangestuurd door middel van een computer. In het orgelworden op deze wijze voor het Pédale en de bassen van de manualenpneumatische apparaten en voor de discanten van de manualenmagneten geactiveerd die op hun beurt de mechanische toetstractuurin werking zetten. Op eenzelfde wijze is de registertractuur aangeslotenaan de speeltafel.
De organist kan 8.000 registraties vastleggen endie ook door middel van een USB-aansluiting op een extern mediumopslaan. Met een midi-uitgang kan het spel van de organist wordenopgenomen.
De balgen en de zeven windmotoren zijn gesitueerd in akoestischgeïsoleerde kamers. De motoren zijn uitgerust met een elektronischetoerenregeling. Zoals gebruikelijk heeft Van den Heuvel op vrijwel allewerken gedifferentieerde winddrukken toegepast, alleen het Positifspreekt op één enkele druk.
In het interieur van het veertien meter brede orgel zijn de verschillendeniveaus bereikbaar via loopbruggen en trappenhuizen. Het orgel telt6.144 pijpen waaronder 324 houten. Voor het metalen pijpwerk isgebruik gemaakt van legeringen met tussen de 40% en de 80% tin.

Dispositie:

Grand-Orgue (I, C-c4) Positif Expressif (II, C-c4) Récit Expressif (III, C-c4) Solo Expressif (IV, C-c4) Pédale (C-f1)
Principal 16’ Flûte 16’ Bourdon d’amour 16’ Stentorfon 8’ Contre Bourdon 32’
Bourdon 16’ Principal 8’ Violoncelle 8’ Solo Gambe 8’ Montre 16’
Montre 8’ Flûte traversière 8’ Flûte harmonique 8’ Grosse Flûte 8’ 2 rgs. Flûte Basse 16’
Principal 8’ Quintaton 8’ Gambe 8’ Flûte octaviante 4’ Violon 16’
Flûte harmonique 8’ Flûte à cheminée 8’ Voix céleste 8’ Nasard harmonique 2 2/3’ Soubasse 16’
Bourdon 8’ Salicional 8’ Bourdon 8’ Octavin 2’ Basse d’écho 16’
Viole de Gambe 8’ Unda Maris 8’ Prestant 4’ Tierce harmonique 1 3/5’ Grande Quinte 10 2/3’
Grande Sesquialtera 2 rgs. Prestant 4’ Fugara 4’ Piccolo harmonique 1’ Octave 8’
Prestant 4’ Cor de chamois 4’ Flûte octaviante 4’ Royal Trumpet 8’ (en chamade) Flûte 8’
Flûte traversière 4’ Quinte 2 2/3’ Nasard 2 2/3’ Tuba magna 16’ Violoncelle 8’
Quinte 2 2/3’ Flûte à bec 2’ Octavin 2’ Tuba mirabilis 8’ Bourdon 8’
Septième 2 2/7’ Tierce 1 1/3’ Carillon 2 rgs. Cor harmonique 4’ Grande Tièrce 6 2/5’
Doublette 2’ Larigot 1 3/5’ Harm. aetheria 3-8 rgs.   Quinte 5 1/3’
Neuvième 1 7/9’ Septième 1 1/7’ Bombarde 16’   Septième 4 4/7’
Cornet 3-4 rgs. Plein-jeu 5 rgs. Trompette harmonique 8’   Flûte 4’
Fourniture 6 rgs. Cor Anglais 16’ Basson-Hautbois 8’   Neuvième 3 5/9’
Bombarde 16’ Cor d’harmonie 8’ Voix humaine 8’   Cornet 4 rgs.
Trompette 8’ Clarinette 8’ Clairon harmonique 4’   Mixture 5 rgs.
Clairon 4’       Contre Bombarde 32’
        Bombarde 16’
        Basson 16’
        Trompette 8’
        Baryton 8′
        Clairon 4’

Werktuiglijke registers
koppelingen: I+I 16’:; II+I 16’:; II+ I; III+ I 16’:; III+I; Alto II+I (altkoppel); Soprano IV+I (melodiekoppel); III+II 16’:; III+II; III+III 16’:; IV+I; IV+II; IV+III; I+P;
II+P; III+P; IV+P; I+P 4’:; III+P 4’:
tremolos Positif Expr, Récit Expr, Solo Expr.
toonhoogte: a1 = 442 Hz
winddrukken: GO bas 95 mm wk, discant 110 mm wk; Pos 82 mm wk; Réc bas 115 mm wk, discant 130 mm wk; Solo bas 120 mm wk, discant
135 mm wk; chamadetrompet 135 mm wk; Tuba magna, Tuba mirabilis en Cor Harmonique 380 mm wk; Péd labialen 110 mm wk, tongwerken
125 mm wk [scheiding bas/discant tussen h en c1]
stemming: evenredig zwevend

Samenstelling vulstemmen
Cornet 4 rgs.; (Péd)
C: 2 2/3 2 1 3/5 1

Mixture 5 rgs.; (Péd)
C: 4 2 2/3 2 1 1/3 1

Fourniture 6 rgs.; (GO)
C: 2 1 1/3 1 2/3 1/2 1/3
c: 2 2/3 2 1 1/3 1 2/3 1/2
c1: 4 2 2/3 2 1 1/3 1 2/3
c2: 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3 1
c3: 8 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3

Cornet 3-4 rgs.; (GO)
C: 2 2/3 2 1 3/5
c1: 4 2 2/3 2 1 3/5

Grande Sesquialtera 2 rgs.; (GO)
C: 5 1/3 3 1/5

Plein-Jeu 5rgs.; (Pos)
C: 1 2/3 1/2 1/3 1/4
B: 1 1/3 1 2/3 1/2 1/3
gis: 2 1 1/3 1 2/3 1/2
fis1: 2 2/3 2 1 1/3 1 2/3
e2: 4 2 2/3 2 1 1/3 1
d3: 4 4 2 2/3 2 1 1/3

Harmonia Aetheria 3-8 rgs.; (Réc)
C: 2 1 1/3 1
Fis: 2 2/3 2 1 1/3 1
cis: 4 2 2/3 2 1 1/3 1
fis: 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3 1
cis1: 8 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3 1
cis2: 10 2/3 8 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3 1
cis3: 16 10 2/3 8 5 1/3 4 2 2/3 2 1 1/3

Carillon 2 rgs.; (Réc)
C: 1 3/5 1
cis3: 2 1 3/5

Bron: J.L. van den Heuvel Orgelbouw BV (Dordrecht)
Cees van der Poel