Orgelbouwnieuws: Koog aan de Zaan, Hervormde kerk (Koogerkerk)
Het ORGEL | Jaargang 105 | (2009) | Nummer 3
Koog aan de Zaan, Hervormde kerk (Koogerkerk) [Orgelbouwnieuws uit NotaBene 2009-03 maart] |
De orgelmaker L van den Brink & Zn leverde in 1853 een nieuw orgel op in de rooms-katholieke St- Antonius van Padua te Haarlem.
Volgens de dispositieopgave van Broekhuyzen telde het orgel vierentwintig stemmen verdeeld over Hoofdwerk (‘Onderclavier’), Bovenwerk (‘Bovenclavier’) en Pedaal.
H.W. Flentrop plaatste het orgel in 1913 over naar de Hervormde kerk van Koog aan de Zaan. Daarbij werd, aansluitend bij de stijl van de hoofdkas, een loos rugwerkfront toegevoegd. Verder werd de hoofdkas aan beide zijden verbreed en aangevuld met vleugelstukken.
Ten slotte werd de dispositie gewijzigd.
Op 2 mei 1920 werd de torenspits van de kerk getroffen door de bliksem.
Bij de brand die daardoor ontstond en de hierop volgende bluswerkzaamheden raakten kerk en orgel zwaar beschadigd. Al snel werd besloten de Koogerkerk te herbouwen. In 1922 kon de kerk weer in gebruik worden genomen.
Datzelfde jaar leverde H.W. Flentrop achter het bewaard gebleven front een vrijwel geheel nieuw pneumatisch instrument op. Daar- bij maakte hij gebruik van een flink deel van het pijpwerk uit 1853.
Het orgel was daarmee één van de eerste ‘nieuwe’ instrumenten van H.W. Flentrop.
In 1939 nam Flentrop het orgel grondig onder handen. Het instrument werd schoongemaakt en waar nodig hersteld en de frontpijpen werden gepolijst. De inmiddels tot Flentrop Orgelbouw omgedoopte firma voerde in 1977 een aantal dispositiewijzigingen door.
De Viola di Gamba 8′, Voix Geleste 8′ en Fluit harmoniek 4′ maakten daarbij plaats voor een Prestant 4′, Roerfluit 4′ en Sifflet l’. Vier jaar later wijzigde diezelfde firma de samenstelling van de hoofdwerkmixtuur en werd de Bazuin 16′ van het pedaal gerestaureerd.
Flentrop Orgelbouw voltooide in 2008 de restauratie van dit instrument.
Peter van Dijk trad daarbij op als adviseur. De toestand waarin H.W. Flentrop het orgel in 1922 opleverde is zoveel mogelijk gereconstrueerd. De orgelkas is zo terughoudend mogelijk gerestaureerd, waarbij onderdelen van na 1922 zijn verwijderd en/of vervangen. De windvoorziening, bestaande uit een magazijnbalg met bijbehorende schepbalgen, zijn opnieuw beleerd, de windkanalen zijn hersteld en er is een nieuwe windmotor geplaatst.
De rein-pneumatische tractuur is volledig gerestaureerd en waar nodig vernieuwd. De in de loop van de tijd verdwenen vaste combinaties zijn opnieuw aangebracht.
De speeltafel verkeerde in goede staat, zodat volstaan kon worden met conserverend herstel.
Het pijpwerk is waar nodig hersteld.
Een aantal van de in 1977 door Flentrop verwijderde registers lagen nog bij de orgelmaker opgeslagen. Deze registers (Voix Geleste 8′ en Fluit Harmoniek 4′ van het Bovenwerk) zijn teruggeplaatst.
Voor de Viola di Gamba 8′ van het Bovenwerk is passend pijpwerk afkomstig uit de voorraad van Flentrop gebruikt. De oorspronkelijke samenstelling van de hoofdwerkmixtuur is hersteld.
De combinatie van het groot octaaf van de Roerfluit 8′ (Hoofdwerk) met het klein octaaf van de Bourdon 16′, die in de loop van de tijd buiten gebruik was gesteld, is hersteld. De tot zwijgen gebrachte koren van de Cornet zijn weer tot klinken gebracht.
Mixtuursamenstelling:
C: 2′ – 1 1/3′
c°: 2 2/3′ – 2
f: 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′
c1: 4′ – 4′ – 2 2/3′ 2
Hoofdwerk (C-f3)
Bourdon 16′
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Quintadeen 8′
Octaaf 4′
Fluit 4′
Quint 22/3′
Octaaf 2′
Mixtuur 2-3 st.
Cornet D 5 st.
Trompet 8′
Bovenwerk (C-f3)
Holpijp 8′
Salicionaal 8′
Viola di Gamba 8′
Voix Geleste 8′
Fluit Harmoniek 4′
Nasard 2%’
Woudfluit 2′
Basson Hobo 8′
Pedaal (C-d1)
Subbas 16′
Gedekt 8′
Cello 8′
Bazuin 16′
Koppels: Bw-Hw, Ped-Hw, Ped-Bw, subkoppel Bw-Hw
Vaste combinaties P, F, FF
Vrije combinatie
Tremulant Bovenwerk
Bovenwerk in zwel kast
Winddruk 82 mm wk
Toonhoogte a1 = 440 Hz
Bronnen:
Informatie Flentrop Orgelbouw;
Peter van Dijk, Eindverslag orgelrestauratie Hervormde Kerk Koog aan de Zaan (2008);
Het historische orgel in Nederland 1850-1858 (2002) 172-175.