Orgelbouwnieuws: Den Ham, Gereformeerde kerk (vrijgemaakt)
Het ORGEL |Jaargang 105 |(2009) |Nummer 1Den Ham, Gereformeerde kerk (vrijgemaakt) [Orgelbouwnieuws uit NotaBene 2009-01 januari] |
Orgelrestaurateur F. R. Feenstra uit Grootegast plaatste een Engels orgel in de Geref. Kerk (vrijg.) te Den Ham.
Dit orgel vervangt een instrument uit 1978 van de firma Reil dat verhuisde naar de Kirche zum Heiligen Kreuz te Bremen-Werschenrege (Dld).
William Holt bouwde het huidige Engelse instrument in 1867 voor de kerk van Churston Ferrers (Devon, Engeland). Het was een schenking van de first lady van Churston.
De naam van de bouwer is tijdens de restauratie aangetroffen op stroken papier op de dammen in de windlade.
Curieus is dat deze stroken zijn bedrukt met aanbevelingen van o.a. Samuel Sebastian Wesley ten aanzien van improvements aan pedaaltongwerken en de speelaard van de handklavieren (jointed pallet, gepatenteerd in 1849). Onderzoek in de archieven van de kerk van Churston Ferrers bevestigde dat William Holt de bouwer is van het instrument.
Holt gebruikte een oudere lade voor het Great. Dat valt af te leiden uit de originele omvang van de lade vanaf contra- G. De cancellen voor de vier laagste tonen zijn afgeplakt. Ook aan de lade voor het Swell (omvang vanaf klein-c) is een verbouwing uitgevoerd op een onbekend moment. In 1967 verkocht men het orgel aan de kerk van Dowlish Wake (Somerset). Mogelijk is er bij die gelegenheid een baslade voor het Choir gebouwd met de laagste tonen van de Open Diapason (overigens uitgevoerd als stopped), de Principal en Cornopean.
Van de Cornopean waren echter de betreffende pijpen niet aanwezig.
Deze baslade stond opgesteld achter de Swell-lade; met het oog daarop was de crescendokast voor het Swell verdiept. De Sesquialtra was verdwenen. Op het Great stond de plaats van de verdwenen Sesquialtera het pijpwerk van de Doublé Diapason als tweede achtvoets Diapason. Bij de restauratie is de oorspronkelijke dispositie hersteld en breidde men het Swell uit met een Stopt Diapason.
Deze is, net als het gelijknamige register op het Great, uitgevoerd als metalen roerfluit met vastgesoldeerde hoeden. De toegevoegde baslade van het Choir bleef gehandhaafd. De groot octaven van de Stopt Diapason en de Doublé Diapason van het Great delen dezelfde pijpen. Aan de werktuiglijke registers werd de koppel Swell+Pedal toegevoegd. De kas is geloogd en daarna in imitatie-eiken geschilderd door Appie Veenstra uit Westervelde. De middenlijst van de originele orgelkas werd breder gemaakt, de kap verhoogd en een nieuwe bekronende tandlijst aangebracht. Het huidige snijwerk is bij de jongste restauratie toegevoegd. Voor de zijvelden putte men uit eigen voorraad, de decoratie in het middenveld is daarvan een kopie. De labia van de frontpijpen zijn van verguldsel voorzien.
Op 3 oktober 2008 nam adviseur Sietze de Vries het instrument in gebruik.
Dispositie:
Great (C-f3) | Swell (C-f3) | Pedal (C-e1) |
Open Diapason 8 ft | Doublé Diapason 16 ft (vanaf c; | Bourdon 16 ft |
Stop Diapason Bass 8 ft | open vanaf cis1) | |
Stopt Diapason Treble 8 ft | Open Diapason 8 ft | |
Keraulophon 8 ft | Stopt Diapason 8 ft | |
Principal 4 ft | Principal 4 ft | |
Flute 4 ft | Cornopean 8 ft | |
Fifteenth 2 ft | ||
Sesquiaftra 2-3 rk |
Werktuiglijke registers
Great to Swell
Great to Pedal
Swell to Peda
Bron: persbericht F.R. Feenstra Orgelrestauratie