Orgelbouwnieuws: Apeldoorn, R.-K. Onze-Lieve-Vrouwe Tenhemelopneming

door , R.-K. Onze-Lieve-Vrouwe Tenhemelopneming |Het ORGEL |Jaargang 104 |(2008) |Nummer 6
Apeldoorn, R.-K.Onze-Lieve-Vrouwe Tenhemelopneming
[Orgelbouwnieuws uit NotaBene 2008-06 Juni]

Foto Pels & van Leeuwen

In 1897 vervaardigden de orgelmakers Pereboom & Leijser een orgelvoor de Jezuïetenkerk in Groningen. Zestig jaar later plaatste L.Verschueren uit Heythuysen het instrument over naar de Pius- X-kerk inTilburg. Bij die gelegenheid werd het orgel gewijzigd. De windladen vanhet Pedaal werden in een open opstelling naast de kas geplaatst en declaviatuur werd voor een deel van nieuwe registeropschriften voorzien.Op het Grand Orgue verdwenen de Viole de Gambe 8’ en deFlûte harmonique 8’; de Salicional 8’ werd omgewerkttot Fluit 4’ en een Quint 2 2/3’ en een Mixtuur 3-4 st.bijgeplaatst.
Op het Positif verdwenen de Montre 8’ en de Voix humaine8’, werden de Salicional 8’ en de Céleste 8’omgebouwd tot respectievelijk Gambe 8’ en Doublette 2’;een Prestant 4’ en een Scherp 3st. werden bijgeplaatst. J. Clerckxherstelde in 1986 windvoorziening,windladen en mechaniekenen maakte nieuwe registeropschriften.Op het Grand Orguewerd de Quint 2 2/3’ veranderdin een Octaaf 2’. Dertien jaar laterwerd het kerkgebouw gesloten endemonteerde Pels & Van Leeuwen(‘s-Hertogenbosch) het orgel ensloeg het op. In 1998 kocht de parochievan de Onze-Lieve-VrouweTenhemelopneming (Mariakerk)in Apeldoorn het instrument. DeBossche firma restaureerde het instrumentgrondig onder advies vanJos Laus en de RACM en plaatstehet in de Mariakerk links naast hetliturgisch centrum met het frontgericht op de linkerzijbeuk. Op 24maart 2008 werd het orgel feestelijkin gebruik genomen.
Het front is ontdaan van zijn oudelaklaag en voorzien van een nieuwe.De overige delen van de kas zijngelaten zoals ze waren, mede inafwachting van de kleurafwerkingvan de nieuwgebouwde wandenrond de pedaalladen. Deze ladenzijn nu weer geplaatst zoals inde Groningse situatie: haaksachter de crescendokast (met jalouzieënin het dak) van het Positifen de daarvoor en los daarvangesitueerde hoofdkas met hetGrand Orgue. De motorkist metregelgordijn en magazijnbalg staantussen de pedaalladen in.
De vrijstaande eiken speeltafelis geheel gereviseerd, beviltingen polsters van de klavieren vernieuwd,toetsbeleg gepolijst, beschadigdepalissander registerknoppenhersteld en de in de jaren1950 veranderde porseleinenregisterplaatjes in stijl vernieuwd.
De opschriften daarvan zijn in roodvoor het Pédale, in blauw voor hetPositif en in zwart voor het GrandOrgue. De treden voor Appèl (GO)en Trémolo (Pos) zijn weer functioneelgemaakt.
De windladen zijn geheel ontleed,scheien opnieuw vastgezet en decancellen uitgelijmd. Aan de bovenenonderzijde zijn de ladelichamenopnieuw beleerd. De pijpstokken en -roosters zijn gereinigd enwaar nodig aangepast aan degereconstrueerde dispositie. Deslepen lopen nu tussen gewevenringen. De ventielen zijn gevlakt envoorzien van dubbel leer en nieuweventielveren. Naar voorbeeldvan Pereboom & Leijserorgelsin Montzen en Luik zijn nieuwepulpeten aangebracht.
De magazijnbalg en de regulateurvan het Grand Orgue zijn opnieuwbeleerd evenals de balgjes van demoteurslade voor het groot octaafvan de Bourdon 16’ (GO); de kanalisatieis, waar nodig, uitgelijmd enverbindingen winddicht gemaakt.
Het orgel kreeg een andere motor,voorzien van een elektronischetoerenregelaar om onnodig geruistegen te gaan.
De toetsmechaniek is nagezien,assen in draaipunten lopend gemaaktof in een enkel geval vervangen.Metalen onderdelen zijnontroest en zwart gelakt. Dat is ookin de registermechaniek gedaan.
Zowel toets- en registermechaniekvan het Pedaal werden enigszinsaangepast aan de veranderde liggingvan de betreffende laden. Demechaniek voor de Appèltrede isin stijl vernieuwd.
De dispositie van 1897 is gereconstrueerd.Op het Grand Orgue werd de Salicional teruggehaald uit de Fluit4’ van 1957. De Flûte harmonique werdgereconstrueerd conform het gelijknamigeregister in het orgel van Pereboom & Leijser in de kerk van deSoeurs Filles de la Croix (1893). Na de vondst van veertien afgesnedenpijpen van stijkersmensuur in de Mixtuur van 1957, besloot men om ookde oorsponkelijk gebouwde Viole de Gambe op het Grand Orgue terug tebrengen. Op het Positif keerde een Montre 8’ terug, eveneensnaar Luiksvoorbeeld. De ingekorte Salicional en de Voix Céleste werdendoor verlengingvan het pijpwerk weer in hun oude vorm hersteld. Voor een goedvoorbeeld voor een nieuwe Voix Humaine ging men te rade in het orgelvan Pereboom & Leijser in de St.-Etienne in Montzen (B).

Dispositie:

Grand Orgue (I, C-g3)Positif (II, C-g3)Pédale (C-d1)
Bourdon 16’Montre 8’ContraBasse 16’
Montre 8’Bourdon 8’Soubasse 16’
Bourdon 8’Salicional 8’Octaaf 8’
Salicional 8’Voix Céleste 8’Bombarde 16’
Viole de Gambe 8’Fluit 4’
Flûte harmonique 8’Basson Hautbois 8’
Prestant 4’Voix humaine 8’
Cornet [D] 5 r.
Trompette 8’

Werktuiglijke registers
trede Gr. Org.: Posit:
trede Gr. Org.: Ped:
trede Posit: Ped:
trede Appèl (Cornet en Trompette)
trede Expressie (zwelkast Positif)
Trémolo Positif
toonhoogte: a1 = 440 Hz
winddruk: GO 87 mm, Pos en Péd 85 mm wk
stemming: evenredig zwevend

Bronnen:
-Jos Laus, Eindkeuringsverslag restauratie/reconsructie en plaatsing van het Pereboom & Leijser-orgel (1897) in deMariakerk te Apeldoorn door de orgelmakers Pels & Van Leeuwen te‘s-Hertogenbosch, januari 2008. (Met welwillende toestemming van de auteur);
-Archief Cees van der Poel.