Orgelbouwnieuws: Paesens, Hervormde kerk

Het ORGEL | Jaargang 104 | (2008) | Nummer 5
Paesens, Hervormde kerk
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2008-05 Mei]

Het orgel dat nu in de Hervormde kerk van Paesens staat, werd in 1758door Johann Theodor Gilmann gemaakt voor de St.-Laurentiuskerk inAlkmaar.
De Laurentiusparochie bouwde in 1861 een nieuw kerkgebouw en een jaarlater bestelde men bij L. Ypma een nieuw orgel. Ypma nam het oude in enplaatste het in 1863 in de St.-Vincentiuskerk inVolendam. Het lijkt erop dat Ypma een oude Nasard ombouwde tot Quint3’. Dat valt af te leiden uit het recente inscriptieonderzoek incombinatie met de factuur van bijgeplaatst pijpwerk van de Quint3’.
In 1908verhuisde B. Pels (Alkmaar) het instrument opnieuw, nu naar deHervormde kerk van Paesens. Waarschijnlijk is het orgel bij diegelegenheid gewijzigd.
Onderzoek tijdens de laatste restauratie wijst er sterk op dat Pels hetfront verhoogde met de bovenste delen van de middentoren entussenvelden en ook verdere veranderingen aan de kast doorvoerde. Zoverbreedde hij de stijlen van de torens en plaatste hij nieuwe zinkenfrontpijpen. Declaviatuur verhuisde van de achterzijde naar de linkerkant van de kasen er kwamen nieuwe mechanieken.
Ook werd de dispositie gewijzigd en een nieuwe magazijnbalg met schepbalgen gemaakt.
B. Pels & Zn. voerde in 1941 een restauratie uit en tien jaarwerkte K. Mateboer aan het instrument.
Met een ingebruikneming op 30 november 2007 werd een restauratie doororgelmaker Bakker & Timmenga uit Leeuwarden afgesloten. JanJongepier trad hierbij op als adviseur.
De orgelkas is hersteld. Behalve veranderingen uit de twintigste eeuwis de status quo gehandhaafd. Het exterieur is in de bestaandeeikenimitatie opnieuw geschilderd. De magazijnbalg is opnieuw beleerden een nieuwe windmachine opgesteld in de torenruimte met aanzuigingvanuit de kerkruimte; eveneens werd een nieuwe dempkist en rolgordijngemaakt.
Het handklavier is gerestaureerd en met nieuw been belegd, van hetpedaalklavier is de vorm van de boventoetsen gewijzigd in een klassiekestijl. Ontbrekende of al te zeer gehavende porseleinen naamplaatjes opde registerknoppen zijn in stijl vervangen.
De windlade is ontleed en gerepareerd; de slepen zijn voorzien van ringen van geweven materiaal en de belering geheel vernieuwd.
De mechaniek is gerepareerd en geoptimaliseerd.
Het front kreeg nieuwe pijpen ter vervanging van de aanwezige zinkenexemplaren. Het pijpwerk heeft in aansluiting op de binnenpijpen eenhoog loodgehalte, isgefolied en heeft vergulde labia. Voor de mensurering vond menaanknopingspunten in drie mensuurcirkels die aangetroffen werden op defrontstokken.
De aanwezige toonhoogte is gehandhaafd. Oorspronkelijk heeft het orgelgeklonken op een diapason van 415 Hz voor a1.
Het register Prestant D 8’ kende in de bas een overloop naarde Bourdon 8’. Die is verwijderd zodat de Prestant nu alleen in dediscant spreekt.
De later geplaatste Viola di Gamba 8’ (begin twinstigsteeeuw) is ingeruild voor een nieuwe Kromhoorn 8’, gedeeld in basen discant tussen c1 en cis1, een register dat het orgel ooit eerderheeft gehad.
Alsvoorbeeld diende de Kromhoorn van het Robustelly-orgel in de Hervormde kerk van Minnertsga.
Tenslotte is de intonatie voorzichtig geretoucheerd waarbij latere ingrepen gerespecteerd zijn.


Foto: Ad Fahner

Dispositie:

Manuaal (C-c3)
Bourdon 8’
Prestant D 8’
Prestant 4’
Flûte 4’
Quint 3’
Octav 2’
Sexquialter 2 st.
Fourniture 3 st.
Kromhoorn B/D 8’

Pedaal (C-f)
aangehangen

Werktuiglijk register
tremulant
toonhoogte: 438 bij 16°C
winddruk: 75 mm wk
stemming: evenredig zwevend

Bronnen:
Het Historische Orgel in Nederland (1726-1769) (Amsterdam 1997) 252-253;
Jan Jongepier, Verslag van de restauratie van het Gilmann-orgel in de kerk van Paesens (Leeuwarden 2007)