Orgelbouwnieuws: Vries, Protestantse kerk
Het ORGEL | Jaargang 104 | (2008) | Nummer 4
Vries, Protestantse kerk [Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2008-04 April] |
Foto: Orgelmakerij Ruiter
In september 2007 nam de protestantse gemeente van Vries haargerestaureerde orgel in gebruik. De gebroeders Cornelis(1829–1905) en Antonius (1839–1918) van Oeckelen uitGlimmen leverden hetinstrument aan de hervormden van Vries in 1888. Tot de opheffing van deorgelmakerij in 1918 onderhielden de Van Oeckelens het orgel.
Daarna is het onderhoud in handen geweest van meesterknecht HarmannusThijs (1862–1943), die tot ongeveer 1933 een orgelbedrijf voerde.
Hendrik Vegter (1892–1943, zie ook het bericht over het orgel inUsquert)nam het stokje over van Thijs. Vegter demonteerde het orgel in verbandmet de kerkrestauratie, die duurde van 1946 tot 1949. In dat laatstejaar bouwde hij het weer op en kreeg het instrument voor het eerste eenelektrische windmotor. Het meubel werd geschilderd in een olijfgroenekleur met lichtgroene biezen, de zuilen (vernieuwd tijdens derestauratie van het gebouw) kregen een grijze kleur en de kapitelenwerden wit gemarmerd.
Vanaf 1958 had orgelmaker Mense Ruiter het orgel onder zijn hoede.
In 1977-1978 voerde men een sobere windlade- en mechaniekrestauratie uit. Daarbij werden de pulpeet- en sleepbaan voorzien vanrespectievelijk loden proppen en telescoophulzen. De intonatie werd herzien op eenaanmerkelijk lagere winddruk.
Ten gevolge van een gefaseerde kerkrestauratie in 1998 en 2004 raakte het orgel in het ongerede.
In 2004 stelde Stef Tuinstra namens de Commissie Orgelzaken van de PKNeen basisrapport op. Een restauratietraject werd uitgezet en doorgelukkige samenloop van omstandigheden beschikte de kerkelijke gemeentevan Vries over voldoende financiële middelen om in 2007 haarorgel te laten herstellen door Mense Ruiter Orgelmakers. Namens de RACMwaren Rudi van Straten en Wim Diepenhorst bij het project betrokken.
De firma Gebr. Boer uit Wildervank droeg zorg voor het schilderwerk.
Kasconstructie en paneelwerk zijn hersteld en verbeterd, evenals hetorgelbalkon en de basementbalk. Het instrument is schoongemaakt enbehandeld tegen houtworm. De originele kleurstellling is opnieuwaangebracht: imitatie-palissander voor de kas, imitatie-essen voor dewand waarin de claviatuur zich bevindt en donkergrijs voor debalkonvloer. De pilaren zijn zwart gemarmerd, de kapitelen behieldenhun kleur,aangevuld met goudprofiel. Het lofwerk kreeg een olijfgroene ondergrondmet daaroverheen goudstof in verschillende gradaties om dieptewerkingte creëren.
De magazijnbalg en schokbalg zijn hersteld en de de handpomp metpeilstok gereconstrueerd in Van Oeckelenstijl, terwijl een nieuwe windmotor met dempkist werd geplaatst.
De windlade is gerestaureerd met historisch juistere middelen dan in 1978 waren toegepast.
Claviatuur en mechaniek zijn nagelopen en opnieuw afgeregeld.
Het pijpwerk is nagezien en steminrichtingen in orde gemaakt.
Tot slot is op basis van eennieuwe, 10 mm hogere winddruk de intonatie opnieuw opgezet in de stijlvan Van Oeckelen, zoals die wordt aangetroffen in nagenoeg onaangetasteorgels van deze makers.
Dispositie(registers in volgorde vanaf het front)
Manuaal (C-f3)
Prestant 8’
Bourdon B/D 16’
Holpijp 8’
Viola di Gamba 8’
Octaaf 4’
Octaaf 2’
Fluit 4’
Cornet 3 st.
Pedaal (C-a)
aangehangen
toonhoogte: a1= ca. 440 Hz
winddruk: 86 mm wk.
stemming: evenredig zwevend
Bronnen:
Het Historische Orgel in Nederland 1886-1894 (Amsterdam 2007) 112-113;
Stef Tuinstra, Het Van Oeckelenorgel in de Protestantse kerk teVries (Brochure uitgeven ter gelegenheid van de ingebruikneming in september 2007)