Orgelbouwnieuws: Usquert, Petruskerk

Het ORGEL | Jaargang 104 | (2008) | Nummer 3
Usquert, Petruskerk
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2008-03 Maart]

Foto’s : Jan Smelik

Petrus van Oeckelen (1792–1878) voltooide in dezomer van1852 zijn orgel voor de Hervormde Kerk van Usquert.
Het nieuwe instrument verving een orgel uit de zestiende eeuw. De archieven die berichten over delotgevallen van het nieuwe orgel na de bouw, zijn niet compleet.
Waarschijnlijk was het onderhoud de eerste jaren in handen van de Van Oeckelens.
Op een zeker moment is het witte snijwerk met bladgoud overgeschilderd in olijfgroen.
Hendrik Vegter onderhield en stemde het orgel van 1923 tot 1958, de jaren dat hij organist van de kerk was.
Op enig moment voorzag hij het orgel van een elektrische windmotor enin 1940 gaf Vegter het instrument een grote beurt. Hij verving deFlageolet 1’ vanhet Bovenwerk voor een Vox Celeste 8’ en vernieuwde dehandklavieren. Deoude manualen bleven nog lange tijd bewaard, maar zijn tenslotteverdwenen. Naar verluidt zijn ze opnieuw gebruikt in een ander orgel,maar tot op heden is dat nog niet komen vast te staan en is dus evenminbekend waar de klavieren nu zouden zijn.
Na de dood van Vegter in 1967 was het orgel tot ongeveer 1975 inonderhoud bij Arend Jan Opten. In 1967 verving deze de leren pulpeten.
Intussen ging het instrument langzaam achteruit en in 1979 voerde defirma Bakker & Timmenga voorlopig afdoende herstel uit door hetdichten van windlekkages, de reparatie van enkele stukken snijwerk enhet uitdeuken van enig pijpwerk. De Mixtuur herkreeg zijn tertskoor dateerder hetzwijgen was opgelegd.
Tijdens de kerkrestauratie van eind jaren tachtig werd het orgel niet volledig ingepakt. Stof en gruis verslechterde nogsterker de staat van het orgel dan al het geval was door toedoen van muizen en houtworm.
Vanaf 1989 was het instrument volledig onbespeelbaar en begeleidde een klein noodorgeltje de gemeentezang.
In 2000 stelde Stef Tuinstra een rapport op over de situatie en onder diens adviseurschap kon,dankzij de inzet van velen, Mense Ruiter Orgelmakers uit Zuidwolde (Gr)het orgel restaureren in 2006/2007. Bij de restauratie was de situatie van het orgel in 1852 het uitgangspunt.
Het orgelmeubel en de balgjukken waren met het orgelbalkon mee verzakt,terwijl de kappen van het meubel door trekstangen op hun plek werdengehouden. De orgelkas was zodoende uit zijn fatsoen getrokken. Bij derestauratie is de kas rechtgezet en gestabiliseerd, verstekkenaangepast en met het oog op de verzakking afgezaagde luiken aangeheeld.Het snijwerk is gerepareerd en aangevuld met nieuw bijgesneden delen.Het snijwerk kreeg ook zijn oorspronkelijke kleur terug:crème-wit met een beige schaduwkleur, afgewerkt metglacisvernis. Sommige details werden voorzien van rozennobelgoud, deelsopgeglansd. De kleurlaag van de kas is hersteld en de achterwand en debalgkast zijn opnieuw geschilderd in hun originele, matte auberginekleur.
De drie spaanbalgen zijn uit elkaar genomen, geheel opnieuw beleerd enaan de binnenzijde met roodbolus beschilderd. De gereinigde en opnieuwverlijmde windkanalen en -afsluiters zijn aan de binnenzijde hiermeeook bestreken. Het orgel kreeg een nieuwe windmotor met dempkist indezelfde kleur als de balgkast. Ten slotte zijn de voettreden van detrapinstallatie hersteld zodat de orgelwind weer getreden kan worden.
De windladen zijn geheel gedemonteerd en opnieuw verlijmd, uitgeverfden beleerd. Scheuren zijn gedicht met oud hout, de loden conductenuitgedeukt en waarnodig gesoldeerd en opnieuw ingelijmd.
De mechanieken zijn schoongemaakt en ontdaan van speling. Nagenoeg alhet draadwerk is vernieuwd in messing. De handklavieren zijn nieuwvervaardigd naar de Van Oeckelen-voorbeelden in Saaxumhuizen en Akkrum.
De bakstukken zijn uitgevoerd met mahoniefineer. Het bloemmahoniefineervan de muzieklessenaar kon niet worden gehandhaafd en is vervangen infineer met nagenoeg dezelfde kleurtekening. Het oude fineer is bewaard.
Het pijpwerk is schoongemaakt, uitgedeukt en gericht, gescheurdebovenranden en steminrichtingen zijn gesoldeerd. Een enkele versuikerdevoetspits is vervangen, de later toegevoegde zijbaarden zijn verwijderd.
Houten pijpen die herstel nodig hadden, zijn niet uit elkaar genomenmaar uitgelijmd en op de hoeken met perkament beplakt. Hetmahoniefineer van de stevelhuisjes van de Vox Humana is op veelplaatsen vervangen door nieuw fineer met dezelfde structuur. Devervuilde frontpijpen zijn geschuurd en op de labia van nieuw bladgoudvoorzien. Ten slotte is de intonatie voorzichtig bijgewerkt. Het bleekna herstel van desteminrichtingen mogelijk om de toonhoogte van het instrument ietslager te maken dan deze voorheen was, de originele diapason vanongeveer 435 Hz voor a1 was niet haalbaar. Daarvoor zou veel pijpwerkverlengd moeten worden, maar dat was vanwege de hoge kosten, die hetmet zich zou meebrengen, niet mogelijk.
De originele dispositie is hersteld door weer een Flageolet op hetBovenwerk te plaatsen. Hiervoor kon – gelukkigerwijs – hetgelijknamige register gebruikt worden dat beschikbaar kwam bij derestauratie van het Schnitger/Freytag-orgel in Zuidbroek (zie DeOrgelkrant, jaargang 13/2 (februari 2008) 8-9). Petrus van Oeckelenmaakte deze Flageolet in 1853 voor het Zuidbroekse instrument tervervanging van een Sexquialter. Ten behoeve van de toonhoogte van hetorgel in Usquert werd het pijpwerk een plaats opgeschoven en werd delaagste pijp bijgemaakt.

 Dispositie (registers in volgorde vanaf het front)

Hoofdwerk(I, C-f3) Bovenwerk(II, C-f3) Pedaal(C-c1)
Prestant 8’ Viola di Gamba 8’ Aangehangen
Bourdon 16’ Holpijp 8’
Holpijp 8’ Prestant 4’
Octaaf 4’ Fluit 4’
Octaaf 2’ Fluit 2’
Fluit 4’ Flageolet 1’
Cornet D 3 st. Vox Humana 8’
Mixtuur B/D 3-4 st.
Trompet B/D 8’

Werktuiglijke registers
manuaalkoppel B/D
afsluiters Hoofdwerk en Bovenwerk
windlosser
toonhoogte: a1= 442 Hz
winddruk: 76 mm wk.
stemming: evenredig zwevend

Bronnen:
Het Historische Orgel in Nederland 1850-1858 (Amsterdam 2002) 151-152;
Josée Pauw en Stef Tuinstra, Het Van Oeckelenorgel in dePetruskerk van Usquert (Groningen 2007 = uitgave van de Stichting OudeGroninger Kerken in de serie Groninger Orgels, deel 1).