Orgelbouwnieuws: Harlingen, Gereformeerde Kerk (vrijg.) De Haven
Het ORGEL |Jaargang 103 |(2007) |Nummer 5Harlingen, Gereformeerde Kerk (vrijg.) De Haven [Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2007-05 Mei] |
Foto’s: Jan Smelik
Op 23 december 2004 werd het kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk(vrijgemaakt) in Harlingen door een felle brand in de as gelegd. Het historischeorgel ging daarbij eveneens geheel verloren. Dit instrument wasin 1864 gebouwd door L. van Dam & Zonen voor de Oosterkerk in Leeuwarden.
Van Dam gebruikte bij de bouw oudere onderdelen: een lade vanVan Gruisen (1789) en een van J.A. Hillebrand (1816) en pijpwerk vanBader (ca. 1660). In 1981 werd het instrument gedemonteerd en opgeslagen.
Acht jaar later plaatste firma Bakker & Timmenga uit Leeuwardenhet instrument in de vrijgemaakt-gereformeerde kerk van Harlingen.
Na de brand in 2004 werd de Harlingse kerk herbouwd en op 16 december2006 kon de gemeente het gebouw opnieuw in gebruik nemen. Aande firma Van Vulpen uit Utrecht werd opdracht gegeven voor de bouw vaneen orgel. Voor het grootste deel is het instrument nieuw, voor een deelwerd gebruikgemaakt van onderdelen uit een bestaand orgel. Dit betrofhet instrument dat J. Reil uit Heerde in 1953 maakte voor de ChristelijkeGereformeerde Kerk in Apeldoorn. Hierbij werd door Reil voor het Hoofdwerkeen kas van Johannes Stephanus Strumphler gebruikt. Dit meubelwas in 1949 in zijn bezit gekomen toen hij een nieuw orgel bouwdevoor de gereformeerde Noorderkerk in Drachten. Het orgel voor de kerkin Apeldoorn werd opgezet rond deze historische kas. In 1982 vondenuitgebreide werkzaamheden aan het Apeldoornse orgel plaats door Reil.
Uiteindelijk was dit instrument dermate in verval dat afgezien werd vanherstel. De Apeldoornse gemeente kocht als vervanging het Van Vulpenorgeluit de Pauluskerk in Den Haag, dat door kerksluiting beschikbaarkwam. Van Vulpen plaatste dit instrument in Apeldoorn en nam het oudeorgel van Reil over en daarmee de oude Strumphler-kas.
Deze kas werd in 1794 gebouwd door Strumphler voor de r.-k. St.-Nicolaaskerkin Purmerend. In 1858 verhuisde het orgel mee naar een nieuwekerk en in 1884 verkocht de parochie het orgel aan de gereformeerden inDrachten. Toen Reil een nieuw orgel bouwde in Drachten, nam hij de oudekas over; het pijpwerk van Strumphler verwerkte hij in het nieuwe orgel.
De historische kas diende nu, net zoals voor Reil in 1953, voor Van Vulpenals uitgangspunt voor het nieuwe orgel in Harlingen. Aan de buitenzijdenwerd hij uitgebreid met kwartronde gedeelde velden ter verbetering vande verhoudingen tussen Hoofdwerk en het Rugwerk. Voor de kas van hetRugwerk werd gebruikgemaakt van het Reil-orgel uit 1953.
De gecombineerde hoofdwerk- en pedaalladen werden nieuw vervaardigd,voor het Rugwerk werd de gerestaureerde lade van Reil gebruikt.
Het Pedaal kreeg twee transmissieregisters van het Hoofdwerk en eenzelfstandige stem, de Fagot 16 uit 1953. Voor Hoofdwerk en Pedaal werden nieuwe mechanieken gemaakt. Een nieuwe spaanbalg, nieuwe windkanalenen een nieuwe windmotor vormen de windvoorziening.
Van het pijpwerk is C-H van de Holpijp 8 van het Hoofdwerk van Strumphler.
In het Rugwerk zijn de Roerfluit, Fluit 4, Fluit 2 en de Dulciaan van Reil(1953). Ook van Reil, maar dan uit 1982, is de Trompet 8 van het Hoofdwerk,een deel van de tongen van dit register dateert uit 2007. De Spitsfluit4 van het Hoofdwerk is van Van Vulpen (1965). Al het overige pijpwerkis eveneens van de hand van Van Vulpen, nieuw gemaakt in eigenatelier naar Strumphler-voorbeeld.
De Prestant 8 van het Hoofdwerk is dubbel vanaf a, de open metalenpijpen C en Cis staan in de kas, vanaf D staat het register in het frontvolgens een plaatsingsschema van Strumphler. De frontpijpen hebbenopgeworpen labia.
Het orgel werd ten slotte op locatie geïntoneerd en in gebruik genomenop 31 maart 2007.
Dispositie:
Hoofdwerk (C-f3) | Rugwerk (C-f3) | Pedaal (C-d1) |
Prestant 8 | Prestant 4 | Bourdon 16 (transm.) |
Bourdon 16 | Roerfluit 8 | Prestant 8 (transm.) |
Holpijp 8 | Fluit 4 | Fagot 16 |
Octaaf 4 | Fluit 2 | |
Spitsfluit 4 | Sesquialter II | |
Quint 3 | Dulciaan 8 | |
Octaaf 2 | ||
Cornet D IV | ||
Mixtuur IV-V | ||
Trompet 8 |
Koppelingen: HW-RW, Ped-HW, Ped-RW
tremulant Rugwerk
Calcant (schakelaar motor en licht)
toonhoogte: a1 = 440 Hz
stemming: naar Young
winddruk: 69 mm. wk.
Bronnen:
Gebr. Van Vulpen B.V. (Utrecht)
Teus den Toom, Het HistorischeOrgel in Nederland 1858 1865, Amsterdam 2003, 312-314;
JanJongepier, Historie van het Strumphler/Reil/Van Vulpen-orgel, brochureuitgegeven ter gelegenheid van de ingebruikname van het orgel