Orgelbouwnieuws: Wadenoijen, Hervormde Kerk

Het ORGEL | Jaargang 101 | (2005) | Nummer 9
Wadenoijen, Hervormde Kerk
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2005-09 september]

Ten tijde van de in 2004 voltooide restauratie van de monumentale kerk van Wadenoijen werd gezocht naar een geschikt (historisch) orgel voor deze kerk. De keus viel op een instrument dat eigendom was van orgelbouwer Albert de Graaf (Leusden/ Zwolle).
Het betreft hier een orgel met 17de-eeuwse front- en kastdelen en een grote hoeveelheid pijpwerk uit die tijd.
Dit pijpwerk blijkt van de hand van Antonie Verbeeck (circa 1585-circa 1642). Deze uit het zuiden van het land afkomstige orgelmaker vestigde zich in 1617 te Leeuwarden en vertrok na enkele jaren naar Groningen. Wanneer dit instrument precies gebouwd is en voor welke kerk is onbekend. (Dat het orgel door Jan Harmens gebouwd zou zijn met gebruikmaking van Verbeeck-pijpwerk uit de Jacobijnerkerk te Leeuwarden – zie HET ORGEL 100/5, 2004, 32-41 – is uiterst speculatief.)
Volgens een niet te verifiëren mededeling stond het orgel oorspronkelijk in de Hervormde Kerk van Brantgum (Friesland), waarna het in de tweede helft van de 18de eeuw in de Rooms-Katholieke Schuilkerk van Dokkum zou zijn beland.
De huidige vorm kreeg het orgel daar in 1808, na een ingrijpende verbouwing door de Leeuwardense orgelmaker Albert van Gruisen (1741-1824).
In 1873 plaatste de orgelbouwer Ypma het in de nieuwe, door Cuypers gebouwde Rooms-Katholieke kerk te Dokkum; bij deze gelegenheid verhuisde de klaviatuur naar de zijkant.
In 1883 werd het orgel vervangen door een instrument van Lambertus van Dam en verkocht aan G. Wüst, die het doorverkocht aan de Christelijk Gereformeerde Gemeente van Enumatil (West-Groningen).
In 1923 verhuisde het instrument opnieuw, nu naar de Gereformeerde Kerk van Boerakker. Hier werd in 1930 een nieuwe kerk gebouwd, waarbij de overplaatsing van het orgel verzorgd werd door de Fa. Leemhuis & Holtman (Zuidbroek).
Nadat het meerdere malen gewijzigde instrument in verval begon te raken (historische onderdelen als klaviatuur en windvoorziening waren ondertussen verloren gegaan), werd in de jaren 1977- 1985 getracht een restauratie te realiseren.
Uiteindelijk werd besloten een groter, nieuw orgel te laten maken, in 1991 voltooid door Albert de Graaf.
Hij verwierf het nog ongerestaureerde Verbeeck/Van Gruisenorgel en sloeg het in zijn werkplaats te Leusden op.
In 2004 werd het door de Nederlands Hervormde Gemeente Tiel- Wadenoijen voor de kerk van Wadenoijen aangekocht; tevens werd opdracht verleend aan De Graaf voor een grondige restauratie/ reconstructie van dit belangrijke historische instrument. Deze restauratie werd in augustus afgesloten.
Van Gruisens aanleg als balustradeorgel werd daarbij gewijzigd in een constructie met een nieuwe onderkast met daarin windvoorziening (nieuw), mechaniek en klaviatuur een plaats hebben gevonden; ook werd een bescheiden aangehangen pedaal toegevoegd.
De dispositie, die in de loop der tijden was gewijzigd, is zoveel mogelijk naar de toestand van 1808 hersteld. Met name de circa 150 pijpen van Antonie Verbeeck vormen een unieke verzameling, maar ook opvallend is de factuur van de eveneens zeer oude Prestant 8 discant.
Samen met het aandeel van Van Gruisen en de completeringen van De Graaf (waaronder een geheel nieuwe Sesquialtera discant) is een bijna vier eeuwen omspannend bestand ontstaan.
De kleurstelling van de kast (ivoorwit met vergulde ornamentiek) is in samenhang met de positie in de kerk bepaald.
Deze restauratie is het laatste werk van Albert de Graaf, die daarmee een lange en indrukwekkende carrière als orgelmaker afsluit.

Manuaal (C-f3; lade: Van Gruisen)
Holpijp 8 C-A hout Van Gruisen,rest metaal Verbeeck
Prestant 8 D vier pijpen Van Gruisen,rest onbekend (c.1700?)
Octaaf 4 Verbeeck en Van Gruisen; Dis-h in het front
Fluit d’amour 4 grotendeels VanGruisen (?)
Quintfluit 2 2/3 Verbeeck, Van Gruisen enDe Graaf
Octaaf 2 Verbeeck
Sesquialtera II D De Graaf
Tremulant De Graaf

Pedaal (C-g; aangehangen)
Winddruk: 64 mm wk. Toonhoogte: a1 =440 Hz.
Temperatuur: 1/6-komma naarBellingwolde.

Tekst: Pieter Dirksen (Wadenoijen), met dank aan Albert de Graaf en Wim Diepenhorst
Een uitgebreide publicatie is in voorbereiding