Orgelbouwnieuws: Putten, Hervormde Kerk

Op 26 mei werd het gerestaureerde Witte-orgel in de Hervormde Kerk te Putten opnieuw ingebruik genomen. Het instrument, dat in 1860 werd gebouwd, onderging in de loop der jaren een aantal wijzigingen.
Zo voegde de firma J. de Koff & Zn in 1943 een Tremulant aan het Nevenwerk toe en werd de daar aanwezige Viola 8 van een (zinken) groot octaaf voorzien. In 1966 verhuisde het instrument naar de torenzijde van het kerkgebouw. Bij die gelegenheid werd op een kantsleep een Nasard 3 aan het Nevenwerk toegevoegd.
Ook deze werkzaamheden werden uitgevoerd door de firma J. de Koff & Zn.
In 1974 volgde een algehele restauratie door Orgelbouw Ernst Leeflang. Het orgel werd uitgebreid met een vrij Pedaal en de trapinstallatie van de windvoorziening werd verwijderd. Het niet originele pedaalklavier (dat mogelijk in 1943 of 1966 was aangebracht) werd vervangen door een nieuw exemplaar en twee pedaalkoppelingen werden toegevoegd. Tenslotte werden de winddruk en de toonhoogte verhoogd. Vorig jaar voerde de firma Gebr. Van Vulpen onder advies van Aart Bergwerff een restauratie uit. De orgelkast werd hersteld en opnieuw geschilderd door de firma Kruithof (Putten), die ook het snijwerk opnieuw vergulde.
De labia van de frontpijpen werden met bladgoud belegd. Het orgel kreeg een nieuwe lessenaar, een nieuwe orgelbank en een nieuw pedaalklavier in Witte-factuur.
De Fagot 16 uit 1974 verving men door een nieuw exemplaar. De originele toonhoogte, winddruk en intonatie werden hersteld.

Koppelingen: HW-NW, Ped-HW, Ped-NW.
Ventiel, tremulant.
Winddruk: 90 mm.
Toonhoogte: a1 = 435 Hz bij 15ºC.
Temperatuur: evenredig zwevend.

Bron Orgelmakerij Gebr. Van Vulpen