Stand van zaken in de orgeltuin: tijd voor bloemen!

door Hans Fidom | Het ORGEL | Jaargang 101 | (2005) | Nummer 3

 

Hans Fidom Stand van zaken in de orgeltuin: tijd voor bloemen!
Het ORGEL 101 (2005), nr. 3, xx-xx [samenvatting]

 

Op 13 november 2004 vond in de Universiteit in Groningen een symposium over de toekomst van de orgelcultuur plaats. Hans Fidom ging, in een nadrukkelijk als essay gepresenteerde lezing, na wat er over de kwaliteit van die cultuur te zeggen valt; dit omdat hij meent dat de toekomst ervan staat of valt met het aanbod van ‘superieure muziek op superieure orgels’. Volgens Fidom moet er onderscheid gemaakt worden tussen artistieke kwaliteit en intellectuele kwaliteit.
Wat het eerste betreft, kan een positieve ontwikkeling worden gesignaleerd: van organisten wordt langzamerhand verwacht dat ze zelf bepalen wat ze op de orgelbank doen. Zo herkrijgen ze de noodzakelijke artistieke autonomie.
Het blijkt eenvoudig te zijn om kanttekeningen te maken bij de intellectuele kwaliteit van de orgelcultuur: kennis die goed beargumenteerd wordt aangeboden, wordt vervolgens slechts in besloten kring bekritiseerd in plaats van publiekelijk (zoals over de temperatuur van oude orgels of de betekenis van Albert Schweitzer voor de 20ste-eeuwse orgelkunst); ook wordt het belang van delen van kennis met meer dan één of twee personen ontkend door enkele orgelmakers en orgeladviseurs.
Een en ander documenteert waarom de ontwikkeling op het gebied van de kwaliteit van de orgelcultuur langzaam gaat. Het resultaat is een orgeltuin met een dikke humuslaag; zo zijn er 1500 concerten in de zomer, waarop dezelfde organisten hetzelfde repertoire op dezelfde manier op dezelfde orgels spelen. Deze laag is al met al dik en vruchtbaar genoeg: uitdrukkelijk streven naar flora boven het maaiveld verdient nu prioriteit.