Orgelbouwnieuws: Lage Vuursche, Hervormde Kerk
Het ORGEL | Jaargang 100 | (2004) | Nummer 4
Lage Vuursche, Hervormde Kerk [Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2004/03 april] |
Met een concert door Aart Bergwerff op 23 januari werd het gerestaureerde Van Oeckelen-orgel in de Hervormde Kerk te Lage Vuursche opnieuw in gebruik genomen. Het instrument was een geschenk van H.A. Insinger en werd in1881 gebouwd door de firma P. van Oeckelen & Zonen. Oorspronkelijk bevond het orgel zich in het koor, maar in 1938 verplaatste de firma J. de Koff & Zn. het instrument naar een nieuw balkon aan de westzijde van het kerkgebouw. Bij deze gelegenheid werd de middentoren van de kast lager geplaatst. Waarschijnlijk zijn toen ook de frontpijpen met aluminiumverf behandeld. Verder verdwenen de vleugelstukken en werden de achterwand van de kast en de trapinstallatie verwijderd. Men plaatse een nieuw pedaalklavier met een omvang van C-d1; de oorspronkelijke omvang van dit aangehangen pedaal was C-a. Tenslotte wijzigde men de dispositie door het omstemmen van de Salicionaal 8 tot Voix céleste 8; de Trompet B/D 8 werd vervangen door een nieuw exemplaar van enge mensuur.
Nadat op enig moment nog een Tremulant werd toegevoegd volgde in 1989 schoonmaak- en herstelwerkzaamheden door de firma Fama & Raadgever waarbij de Voix céleste weer werd omgestemd tot Salicionaal.
De thans voltooide restauratie werd uitgevoerd door Elbertse Orgelmakers onder advies van Aart Bergwerff. Namens de Rijksdienst voor de Monumentenzorg trad Rudi van Straten op als adviseur. Het orgel is op een nieuw balkon met een nieuwe balustrade geplaatst, en staat nu verder naar voren. De ontbrekende kastdelen zijn bijgemaakt en de middentoren is hoger geplaatst naar de oorspronkelijke situatie en voorzien van een nieuwe lier als bekroning. Ook het snijwerk, waarvan delen ontbraken, is gecompleteerd. De nieuwe vleugelstukken zijn gemaakt naar voorbeeld van het Van Oeckelen-orgel te Rockanje. De frontpijpen zijn schoongemaakt, waarna de labia zijn voorzien van bladgoud. De orgelkast is vervolgens opnieuw geschilderd door de firma De Jongh (Waardenburg). De verdwenen trapinstallatie is gereconstrueerd en de Tremulant is verwijderd. De ondertoetsen van het handklavier zijn voorzien van nieuw ivoren beleg. Het pedaalklavier is vervangen door een nieuw exemplaar, eveneens gemaakt naar voorbeeld van het orgel te Rockanje; de aangetroffen omvang bleef echter ongewijzigd. Tenslotte vervaardigde men een nieuwe Trompet B/D 8 naar voorbeeld van het gelijknamige register in het Van Oeckelen-orgel te Niekerk (1894). Het instrument is voorzien van een trede voor het in-en uitschakelen van de combinatiestemmen (Octaaf 4, Fluit 4, Quintfluit 3, Woudfluit 2 en Trompet B/D 8). De windlade is daartoe van twee ventielkasten voorzien. In verband met de vroegere omvang van het aangehangen pedaal zijn de Bourdon 16 en de Trompet 8 gedeeld tussen a en b.
De dispositie:
Manuaal (C-f3)
Bourdon B/D 16
Prestant 8
Salicionaal 8
Holpijp 8
Viola di Gamba 8
Octaaf 4
Fluit 4
Quintfluit 3
Woudfluit 2
Trompet B/D 8 (2004)
Windlosser, trede combinatiestemmen. Winddruk: 80 mm wk. Toonhoogte: a1 = 440 Hz bij 16°C. Temperatuur: evenredig zwevend.
Bron: Elbertse Orgelmakers en De Mixtuur, 70 (1992), 551-552