Duitse koraalvoorspelen uit de tijd rond 1900
door Martin Moree | Het ORGEL | Jaargang 100 | (2004) | Nummer 5
Martin Moree | ![]() |
Duitse koraalvoorspelen uit de tijd rond 1900 Het ORGEL 100 (2004), nr. 5, 20-31 [samenvatting] |
Rond 1900 zijn er in Duitsland zeer veel koraalvoorspelen ontstaan. Tussen het kaf blijkt nogal wat koren te zitten – mits we wat de kwaliteit betreft niet bij voorbaat het niveau van Reger en Karg-Elert verwachten.
Inmiddels is het nodige materiaal door diverse Duitse uitgevers gepubliceerd, met name na de verschijning van het nieuwe Evangelische Gesangbuch. Belangrijke organisten/componisten zijn Richard Bartmuß, Gerard Bunk, Theophil Forchhammer, Paul Gerhardt, Otto Heinermann, Karl Hoyer, Paul Krause, Rudolph Palme en Carl Piutti. In hun werk worden de actuele ontwikkelingen van hun tijd weerspiegeld: de orgels veranderden van karakter (de klankkleur werd homogener, veel registreren werd noodzakelijk), en het kerklied kreeg deels haar oude melodieën en ritmiek terug. Typerend is dat de tekstuitdrukking een belangrijk element is in de nieuwe koraalvoorspelen; daarbij wordt dikwijls aan de stijl van Mendelssohn gerefereerd, maar ook wel naar de nieuwere stijl van Liszt, waardoor nogal wat koraalvoorspelen sterk op de zogeheten Charakterstücke lijken. Ook expliciete verwijzingen naar Bach komen voor, met name bij Heinermann, die overtuigende voorspelen schreef in de stijl van Sinfonia’s uit Bachs Cantates.
Belangrijk is echter dat deze koralen overwegend geschreven zijn als gebruiksmuziek voor de eredienst en daarom voor een brede groep organisten speelbaar diende te zijn. Daarom moeten ze niet als vergelijkingsmateriaal voor de grotere ‘wereldlijke’ stukken worden gebruikt. Componisten als Bunk hebben overigens wel aangetoond dat ze in hun grotere werken konden wedijveren met een tijdgenoot als Karg-Elert.
Praktisch gezien zijn de koraalvoorspelen ook voor Nederlandse organisten interessant: veel melodieën uit het Evangelische Gesangbuch komen ook in het Liedboek voor de Kerken voor.