De betekenis van de orgelmakerij Van Oeckelen
door Peter van Dijk | Het ORGEL | Jaargang 100 | (2004) | Nummer 4
Peter van Dijk | De betekenis van de orgelmakerij Van Oeckelen Het ORGEL 100 (2004), nr. 4, 27-46 [samenvatting] |
Petrus van Oeckelen (1792-1878) was een veelzijdig musicus en zoon van orgelmaker Cornelis van Oeckelen (1762-1837) te Breda. In 1810 vertrok hij naar Groningen. Na zon twintig jaar als orgelmaker te hebben gewerkt, vestigde hij in 1838 een orgelmakerij in Harenermolen.
Van Oeckelen werd beïnvloed door orgelmaker Witte. Ook waren er andere contacten; mogelijk nam hij een deel van de inventaris van orgelmaker Timpe over. Van Oeckelen had goede contacten met jonkheer Samuel Wolther Trip (1804-1886), een invloedrijke man in het Groningse orgelleven.
Na de dood van Petrus bouwden de zoons Cornelis Aldegundis (1829-1905) en Antonius (1839-1918) het bedrijf verder uit. De firma had een breed werkterrein; tussen 1818 en 1918 werden ruim honderd orgels gebouwd en veertig verbouwd.
Terwijl de klank van de orgels van Petrus van Oeckelen verwijst naar die van Groningse orgels uit de 18de eeuw, leverden zijn zoons orgels met meer achtvoetsregisters en, volgens auteurs als Godefroy, fraaier klinkende orgels. Vergeleken met andere orgelmakers, zoals Maarschalkerweerd, waren de Van Oeckelens niettemin conservatief. Gedurende de eeuw dat het bedrijf bestond, is er dan ook een duidelijke eigen stijl te herkennen.
In de twintigste eeuw werden veel Van Oeckelen-orgels verbouwd. Mense Ruiter ging echter al vóór 1970 met meer respect met Van Oeckelens werk om. Hij liep aldus voorop: inmiddels is Van Oeckelen geheel gerehabiliteerd. Het ziet er inmiddels naar uit dat ook het orgel in de Der Aa-Kerk te Groningen in de staat blijft waarin Petrus van Oeckelen het in 1858 bracht.